Natuurjournaal 11 mei 2025

De paardenkastanje staat in volle bloei. De witte bloeiwijzen lijken wel wat op een kaarsenstandaard. Ze hebben een gestippeld honingmerk dat van geel naar rood verkleurt tijdens de bloei. Deze bomen kunnen zo’n twintig meter hoog worden en ze zijn veel aangeplant als straat- of parkboom. Na de bloei komen de vruchten met hun stekelige bolster, die in de herfst vallen. Vroeger werd deze vrucht aan paarden gegeven om ze van hun hoest af te helpen. Voor mensen zijn de wilde kastanjes giftig, maar ook voor zwijnen, varkens, herten en vee is de paardenkastanje eetbaar.

De paardenbijter heeft ook een relatie met paarden, maar die is gebaseerd op een misverstand. Deze grote libel jaagt namelijk graag op grote insecten, zoals vliegen en dazen. En deze zijn vaak te vinden in de buurt van vee. Vroeger dacht men dat de libellen de paarden beten, maar het waren juist de prooien van de paardenbijter die dat deden. Je ziet deze libellen vaak langs bosranden, jagend in groepjes. Net als alle andere libellen zijn ze afhankelijk van water: daar leggen ze hun eitjes en leven hun larven. 

Tekst: Ineke Radstaat, Nature Today
Beeld: Tom Heijnen, Saxifraga; Kars Veling, De Vlinderstichting