
Natuurjournaal 12 juni 2025
Nature TodayGrauwe monniken zijn stemmige nachtvlinders. Ze zijn gekleed in een eenvoudig grijs habijt en hun kop is bedekt met een heuse monnikskap. Ook de wetenschappelijke naam (Cucullus umbratica) verwijst naar de opvallende pluk haar op het borststuk van de vlinder: cucullus betekent hoed. Grauwe monniken komen overal in Nederland voor en vliegen bij voorkeur ’s nachts, maar bij warm weer vliegen de vlinders soms ook overdag. Ze bezoeken dan onder meer de bloemen van kamperfoelie, spoorbloem en rododendron. Grauwe monniken zijn als vlinder te zien van mei tot en met oktober. Ze verblijven in de winter als pop onder de grond. Daar wachten ze geduldig af tot het weer voorjaar is.
Ook in de Nederlandse flora komen monniken voor – er bestaan allerlei verschillende soorten monnikskap. Het bovenste bloemblad heeft de vorm van een kap of helm. De gele monnikskap bloeit nu. De bloemen staan in trossen langs de stengel. Het valt voor insecten niet altijd mee om de ingang te vinden. Om bij de nectar te komen die bovenin de kap zit, moet een insect eigenlijk via de onderkant de bloem benaderen. Alleen dan kan er bestuiving plaatsvinden. Insecten met een korte tong kunnen er niet bij en nemen soms een andere route. Ze snijden met hun kaken een stuk van de bovenkant van de kap weg. Zo kunnen ze de nectar vanaf de zijkant bemachtigen. Dit fenomeen wordt 'inbraak' genoemd.
Tekst: Ineke Radstaat, Nature Today
Beeld: Peter Gergely, Saxifraga; Ed Stikvoort, Saxifraga