
Natuurjournaal 30 juli 2025
Nature TodayHet gentiaanblauwtje is een vrij kleine vlinder die zeldzaam voorkomt op natte heide, in veengebieden, vochtige heischrale graslanden en blauwgraslanden. Vlinders leggen hun eitjes op knoppen van de klokjesgentiaan. Als een eitje uitkomt, voedt de rups zich met de zachte bloemonderdelen, zoals het vruchtbeginsel. Na ongeveer tien dagen laat de rups zich aan het begin van de avond op de grond vallen, waar hij wacht op de dan actieve bossteekmieren of moerassteekmieren die gelokt worden met een voor de mieren aantrekkelijke stof. De geur van de rups lijkt sprekend op die van een mierenlarve, dus de rups wordt meegenomen naar het nest. Daar wordt de rups als een mierenlarve verzorgd door de volwassen mieren, waarbij hij eerst de prooien van de mieren opvreet, maar later ook mierenlarven en -poppen, de zogenaamde koekoekstrategie. Het volgende voorjaar verpopt de rups zich, waarna in juni of juli de vlinder op een vroege ochtend uit de pop komt. Deze moet dan maken dat hij wegkomt, want de dan al actieve ‘ochtendmieren’ zullen niet schuwen de vlinder aan te vallen. Eenmaal ontsnapt uit het nest, zoekt de vlinder een veilige plek op waar het zijn vleugels oppompt om te kunnen vliegen en op zoek te gaan naar een partner.
De klokjesgentiaan is een relatief algemene, maar recent sterk afgenomen plant, die voorkomt op de natte, zure gronden van bijvoorbeeld blauwgraslanden en heide- en veengebieden. Het is een zomerbloeier met een bloeitijd van juli tot en met september. Klokjesgentianen worden niet hoger dan 60 centimeter en opvallend zijn de lijn- tot lancetvormige bladeren. De bloemen zijn tweeslachtig en hebben een 5-, soms 4-slippige bloemkroon. Soms is de kroon wit, meestal donker hemelsblauw, met aan de buitenkant groene strepen en aan de binnenkant groene stippen. Het geslacht Gentiana, waartoe de klokjesgentiaan behoort, is te onderscheiden van de nauw verwante geslachten Gentianella (baardgentiaan) en Gentianopsis (franjegentiaan) doordat Gentiana in de bloemkroon, tussen de kroonslippen, een klein aanhangsel heeft. Bij Gentianella en Gentianopsis ontbreekt deze.
Tekst: Marco Wind, Nature Today
Beeld: Mark Zekhuis, Saxifraga; Marco Wind