Natuurjournaal 24 oktober 2025
Nature TodayHet vraagt nogal wat zoekwerk, maar als je er eentje vindt heb je iets moois te pakken: de suikermycena. Het is een minuscuul en heel teer paddenstoeltje, wellicht maximaal twee centimeter hoog. De suikermycena groeit op dood loofhout. Het is dus een opruimertje. Soms staan suikermycena's in groepjes, soms staan ze alleen. Het is een makkelijk te determineren paddenstoelensoort: het stoeltje zit met een schijfje vast aan het substraat en de steel is aan de onderkant fijn bepoederd. Naar boven toe wordt de steel kaal. Ook op het bijna doorschijnende hoedje tref je een fijn poeder aan, dat is de ‘suiker’. Succes met zoeken!
Als ze er zijn, komen ze ook met velen tegelijk: honingzwammen. Dit is de gele of echte honingzwam. Samen met zijn familielid de sombere honingzwam is het een geduchte parasitaire vijand in de bossen. De meeste parasieten zijn zwakteparasieten, ze richten zich alleen op al verzwakte gastheren. Honingzwammen daarentegen pakken zelfs gezonde bomen aan en die gaan daar zeker dood van. De zwammen verspreiden zich ondergronds, met hun schimmeldraden, over zeer grote afstanden. Zo kunnen ze makkelijk andere bomen infecteren. Gelukkig compenseren ze nog een beetje voor hun destructieve aard door oud hout af te breken en zo op te ruimen. Het zijn uitzonderlijk mooie trossen paddenstoelen, die, als ze vers zijn, een glimmende, honinggele hoed hebben.
Tekst en beeld: Mike Hirschler, IVN Deventer
