Schimmels, houtrot en het herwaarderen van boomgasten
IPC Groene RuimteTijdens de masterclass loodst Simen Brunia de deelnemers door de complexe wereld van houtrot en boomgasten. Leidraad bij deze bijeenkomst is het volledig herziene standaardwerk Stadsbomen Vademecum 3C: Ziekten en aantastingen, een praktische gids voor iedereen die in het (stedelijk) groen werkt en te maken krijgt met bomen in de bebouwde omgeving.
Maar ook voor de natuurliefhebber valt er iets te leren. Schimmels zijn er in allerlei soorten en maten en hun functies en gedrag lopen sterk uiteen. Slechts een fractie is echt schadelijk en dan vaak alleen in bepaalde boomsoorten. Zo tast de zwavelzwam de inlandse eik nauwelijks aan, maar misdraagt hij zich ernstig in de Amerikaanse eik. Bovendien verandert de rol en verspreiding van schimmels in bomen onder invloed van het veranderende klimaat. Wie bomen beheert, of gewoon bewondert, doet er goed aan anders te leren kijken naar schimmels in bomen.
Schimmels in verandering
Klimaatverandering laat zich ook zien in het bodemleven. Schimmels die eerst zeldzaam waren, rukken op. En andere laten plots gedrag zien dat we niet van ze kennen. “Sommige soorten komen ineens op plekken of bomen waar ze nooit eerder te vinden waren”, legt Brunia uit. “Zwavelzwam op een beuk aantreffen was vroeger een zeldzaamheid, maar tegenwoordig zien we ze steeds vaker samen.”
Dat maakt het beoordelen van boomveiligheid complexer. Waar beheerders voorheen op ervaring konden varen, vraagt de nieuwe werkelijkheid om bijscholing en nauwkeuriger observatie.
Samenleven met schimmels
Toch betekent dit niet allemaal onheil. Integendeel: “Slechts een zeer klein percentage van de paddenstoelen en zwammen is echt parasitair”, benadrukt Brunia kalm. “En zelfs als een boom meerdere parasitaire schimmels herbergt, is dat nog geen reden om direct de zaag erin te zetten.”
Tijdens de masterclass passeren diverse voorbeelden van bomen met meerdere schimmels die desondanks vitaal blijven. Soms zelfs dankzíj hun schimmelgasten: door samenwerking tussen boom en schimmel ontstaan levende systemen waarin de een de ander ondersteunt. Brunia illustreert dat met praktijkvoorbeelden die blijven hangen. Zoals een beuk in een Rotterdamse achtertuin vol met op het oog ‘gevaarlijke’ parasitaire schimmels.
Deze veteraan is uitgehold tot een holle klankkast – twee volwassen mannen passen er met gemak in – en huisvest reuzenzwam, tonderzwam, honingzwam, korsthoutskoolzwam en zwavelzwam. Vijf parasitaire soorten en daarnaast leven er ook nog saprofyte zwammen op de boom (saprofyten leven van dood organisch materiaal en tasten geen levende delen aan). Desondanks leeft de boom nog altijd. Brunia licht toe: “De beuk is vitaal genoeg om de zwammen te compartimenteren. Dit houdt in dat de beuk zijn systeem weet te sluiten voor de zwammen en de aangetaste delen kan afgrendelen.” Zijn oordeel? De beuk mag nog vele jaren blijven staan, mits jaarlijks gecontroleerd op de ontwikkelingen van de zwammen.

Ook Arnhem kent zulke taaie types. Aan de Zijpendaalseweg staan drie monumentale tamme kastanjes van ongeveer 350 jaar oud. In de volksmond bekend als de poortwachters. Van binnen grotendeels uitgehold, maar aan de buitenkant nog vitaal en groeiend. De zwavel- en biefstukzwammen die er hun werk doen, noemt Brunia ‘composteerfabriekjes’. Het dode hout wordt omgezet in voeding voor de boom. “Parasitaire zwammen dus, die tóch bijdragen aan de gezondheid van deze oude wachters. En waarschijnlijk zijn deze zwammen zelfs verantwoordelijk voor de hoge leeftijd en de mogelijkheid om nog eens 350 jaar ouder te worden.”
Roetschorsziekte: invloed op boom en mens
Toch zijn er ook schimmels die wél waakzaamheid vragen. Een opvallende gast in de masterclass is roetschorsziekte, een schimmel die vooral de esdoorn aantast, maar die ook gevaarlijk kan zijn voor mensen. De sporen kunnen bij inademing ademhalingsproblemen veroorzaken, zeker bij mensen met gevoelige luchtwegen.
“Maar dat geldt alleen bij een hoge sporendruk en wanneer boomverzorgers er direct mee werken, als ze de zwam aanraken en er sporenwolken ontstaan”, vertelt Brunia, terwijl hij naar een zwam op tafel wijst. “We ademen de sporen waarschijnlijk nu ook in”, zegt hij nuchter. “Maar wel in een hoeveelheid die niet noemenswaardig is.” Voor mensen die intensief met bomen werken, is waakzaamheid wel geboden: goede beschermingsmiddelen, bewust kiezen voor het werkmoment en kennis van de risico’s zijn cruciaal.

Nieuwe blik, betere keuzes
De rode draad van de dag: goed leren kijken zonder direct te reageren. Niet elke zwam is reden tot paniek en soms is de aanwezigheid van schimmels juist een teken van leven, niet van verval. Die verschuiving in denken vraagt om kennis, nuance en ervaring. Precies wat het vernieuwde Stadsbomen Vademecum 3C probeert te bieden. Voor boomprofessionals, maar net zo goed voor betrokken burgers en beleidsmakers. Wie anders leert kijken, leert anders handelen. En daarmee dragen de deelnemers van de masterclass bij aan een veerkrachtiger, rijker ecosysteem – boven én onder de grond.
Over Simen Brunia
Simen Brunia is boomspecialist, European Tree Technician en een van de weinige gecertificeerde Veteraanboomspecialisten in Nederland. Als oprichter van Bomenbieb deelt hij zijn kennis via cursussen, boeken en lezingen. Vanaf 2025 is hij curator van Belmonte Arboretum. Eerder werkte hij onder meer bij Copijn en gemeente Amsterdam. Zijn missie: bomen begrijpen en behouden, en verhalen vertellen. Voor iedereen, van wandelaar tot botanist.
| Op 25 februari 2026 verzorgen IPC Groene Ruimte en Simen Brunia opnieuw de masterclass Schimmels en houtrot bij bomen. Inschrijven voor de masterclass is nu mogelijk. Kosten: € 332,75 (inclusief btw) Locatie: IPC Groene Ruimte, Arnhem |
Tekst: IPC Groene Ruimte
Beeld: Simen Brunia; IPC Groene Ruimte
