Gewoon sneeuwklokje

Waarnemingen voor deze soort

Sneeuwklokje in bloei Bloei van gewoon sneeuwklokje (Bron: Arnold van Vliet)

Galanthus nivalis

In februari of bij zachte winters al in januari of zelfs december vormt deze plant uit zijn overblijvende bol een alleenstaande bloem en twee lijnvormige groene bladen. De vriendelijk knikkende bloem is een symbool geworden voor het vertrek van de winter en de komst van de lente. De bloem heeft drie lange, witte buitenkroonbladen en en drie korte brede binnenkroonbladen, die halvemaanvormige bleekgroene vlekken hebben. De uit het Grieks afgeleide naam Galanthus betekent "melkwitte bloem". Op de bloei volgen de vlezige groene capsules met veel zaden, die meestal vlak bij de moederplant vallen zodat zich een kleine kolonie vormt. Sneeuwklokjes groeien in vochtige loofbossen en aan waterkanten in vele streken van Europa.

Gecultiveerde vormen

Het Gewoon sneeuwklokje is in de Middeleeuwen vanuit Zuid- en Zuidoost-Europa naar onze streken gebracht door rondreizende edelen en geestelijken. Hoewel de plant wel zaad vormt, blijkt dit in Nederland niet of nauwelijks te ontkiemen. Hier kunnen ze zich in stinzen, tuinen en buitenplaatsen wel eenvoudig vermeerderen door de aanmaak van bijbolletjes.

In de loop van de tijd zijn er verschillende variëteiten verschenen: het oorspronkelijk gewoon sneeuwklokje Galanthus nivalis is door de smalle, grijsgroene bladeren goed te herkennen. De wilde vorm groeit vaak samen in tuinen met gecultiveerde vormen. Het Kaukasisch sneeuwklokje Galanthus caucasicus bijvoorbeeld is een soort die reeds in december al in bloei kan staan. Deze heeft echter grotere bladeren dan het gewoon sneeuwklokje. Glanzend sneeuwklokje Galanthus ikariae heeft brede, aan de uiteinden gekrulde bladeren. Deze bloeit in februari-maart. Groot sneeuwklokje Galanthus elwesii heeft meer grijsgroene bladeren, en heeft ook grotere bloemen dan het Gewoon sneeuwklokje. Galanthus reginae olgae is een sneeuwklokje dat in de herfst al kan bloeien, al vanaf oktober. Het blad van deze plant is bijzonder smal blad (circa vijf millimeter breed), met een duidelijke centrale lijn in het midden. Verder zijn er cultivars met groengele en blauwgroene bloemen.

Voor De Natuurkalender vragen wij waarnemingen van:

  • Eerste bloei

Informatie uit: Wilde bloemen, uitgegeven en bewerkt door Pamela Bristow, naar een tekst van Zdenka Podhajska.