gewone tapijtkever

Top 10 insecten in huis

19-MEI-2011 - Insecten komen ook in woningen voor. In veel gevallen drukken de bewoners hen plat zodra ze hen zien. Helaas zorgt dit in veel gevallen niet voor een structurele oplossing. Om te weten hoe je kan voorkómen dat de insecten voor ‘overlast’ zorgen, is het van belang te weten om wat voor beestjes het gaat. Bij het Kenniscentrum Dierplagen (KAD), en tijdens de INSECTENexperience kun je ze laten determineren. Onderstaand de Top 10 van meest ingezonden insecten die in 2010 in woningen gevonden zijn.

Bericht uitgegeven door Kenniscentrum Dierplagen op [publicatiedatum]

Insecten komen ook in woningen voor. In veel gevallen drukken de bewoners hen plat zodra ze hen zien. Helaas zorgt dit in veel gevallen niet voor een structurele oplossing. Om te weten hoe je kan voorkómen dat de insecten voor ‘overlast’ zorgen, is het van belang te weten om wat voor beestjes het gaat. Bij het Kenniscentrum Dierplagen (KAD), en tijdens de INSECTENexperience kun je ze laten determineren. Onderstaand de Top 10 van meest ingezonden insecten die in 2010 in woningen gevonden zijn.

Plaats 10: Parasieten
Op nummer 10 staan de Parasieten: bedwantsen (Cimex lectularius), zwaluwwantsen (Oeciacus hirundinis), steekmuggen (Culicidae), vlooien (Siphonaptera) en schaamluizen (Phthirus pubis), allen zijn de revue gepasseerd. Deze bloedzuigende beestjes maken het de bewoners erg lastig en zorgen met hun beten voor jeuk en uitslag.

Bedwants (links), schaamluis (rechts) (foto: Bruce Schoelitsz)

Plaats 9: Motmuggen (Psychodidae)
Deze niet-stekende mugjes, die enigszins op motjes lijken, ontwikkelen zich in vochtig organisch materiaal. In en rondom woningen zijn dit onder andere vochtige plantenbakken en de riolering. Een open verbinding met het riool, bijvoorbeeld door een leegstaande sifon, een niet-sluitende regenwaterafvoer of beschadigde rioleringspijp in de kruipruimte, kan voor veel overlast van deze beestjes zorgen.

Plaats 8: Loopkevers (Carabidae)
Opvallend voor de lijst zijn de grote aantallen loopkevers. Deze kevers ontwikkelen zich zelden binnen de woning en komen in de meeste gevallen toevallig binnen om te schuilen. Wanneer het om nachtactieve dieren gaat, worden ze aangetrokken door het licht dat vanuit een woning komt. Door het voorzien van onder andere ventilatieroosters met fijnmazig gaas en het plaatsen van goedsluitende hordeuren, kunnen ze uit de woning worden geweerd.

Plaats 7: Huisvliegen
Onder de noemer huisvliegen worden de families Muscidae (Echte vliegen) en Calliphoridae (Brom- of vleesvliegen) bedoeld. Bekende soorten zijn de kamervlieg (Musca domestica), die zich ontwikkelt in dood organisch materiaal, en de blauwe vleesvlieg (Calliphora vicina), die zich vooral ontwikkelt in dode dieren (inclusief vleesproducten), zoals een dode muis in de spouwmuur. De ontwikkeling van deze vliegen gaat snel en ’s zomers is de frequentie van het legen van de groencontainer vaak niet voldoende om de levenscyclus te doorbreken.

Plaats 6: Houtaantastende kevers
De drie meest voorkomende drooghoutboorders in woningen zijn de bruine spinthoutkever (Lyctus brunneus), de gewone houtwormkever (Anobium punctatum) en de huisboktor (Hylotrupes bajulus), waarvan vooral laatstgenoemde soort zeer destructief te werk kan gaan. Deze drie soorten drooghoutboorders kunnen hun eitjes alleen kwijt als hout niet voorzien is van een goed dekkende laag verf, beits, lak of iets dergelijks. Vaak worden boktorren uit nathout, zoals de veranderlijke boktor (Phymatodes testaceus) die met open haardhout wordt binnengehaald, verward met de huisboktor.

Plaats 5: Stofluizen (Psocoptera)
Deze kleine insecten met een karakteristieke, schoksgewijze manier van voortbewegen, worden door mensen vaak verward met andere, lastiger soorten, zoals de bedwants of vogelmijt. Gelukkig voor deze mensen zijn stofluizen niet schadelijk en leven ze van schimmeltjes die groeien op vochtige plekken. Enkele voorbeelden van locaties in de woning waar ze massaal kunnen voorkomen zijn nieuwe rieten kappen. Hier komen ze massaal uit tevoorschijn wanneer het zeer droog weer is, zoals afgelopen weken het geval was, en de rieten kap uitdroogt. Stofluizen komen ook voor in nieuw gestorte betonnen vloeren die nog niet door en door droog zijn.

Plaats 4: De boommier (Lasius brunneus)
De boommier komt vooral voor in loofbossen, waar ze nesten maken in het hout en onder de schors van zieke of kwijnende bomen. Werksters zijn waar te nemen in foerageerstraten op weg naar een bladluizenkolonie. In woningen maken deze mieren hun nesten in hout dat is aangetast door schimmels. Deze aantasting vindt plaats na het vochtig worden van het hout, onder andere door lekkage, condensatie of een verkeerd dauwpunt. Het knaagsel dat vanaf het plafond in de woning valt is erg karakteristiek en er bevinden zich veel restanten van geleedpotigen in.

Plaats 3: Tapijtkeverachtigen
Gewone tapijtkever (foto: Mike Brooks )De larven van deze groep, die onder de familie van de spekkevers (Dermestidae) valt, leven van dierlijk materiaal. De bekendste soorten zijn de gewone tapijtkever (Anthrenus verbasci), de Australische tapijtkever (Anthrenocerus australis) en de pelskever (Attagenus pellio). De larven zijn opruimers van kadavers en kunnen worden aangetroffen in onder andere vogel-, hommel- en wespennestjes, maar ook in (bouw)materialen van dierlijke afkomst, zoals bouwvilt, tapijt en isolatiemateriaal waarin haren zijn verwerkt.

Plaats 2: Voorraadaantasters
Regelmatig komen telefoontjes binnen van mensen die enorm veel kevertjes bij het keukenraam aantreffen. Van alles is geprobeerd, van het openzetten van het raam tot het vergiftigen met een spuitbus, maar niets helpt. Wanneer, na determinatie van de kevertjes, blijkt dat het om de broodkever (Stegobium paniceum) gaat, is het probleem vaak snel verholpen. Net als de larven van de vruchtmot (Plodia interpunctella) en de tabakskever (Lasioderma serricorne) leven de larven van de broodkever van droge plantaardige voedingsmiddelen die enige tijd in het keukenkastje of voorraadkelder staan. Ook in diervoeder kunnen ze zich ontwikkelen. Het verwijderen van deze voedselbronnen en schoonmaken van de kastjes of kelder is vaak al voldoende om van de overlast af te komen.

Plaats 1: Het papiervisje (Ctenolepisma longicaudatum)
Papiervisje (foto: Mike Brooks)Op nummer 1 staat het papiervisje. In tegenstelling tot het zilvervisje (Lepisma saccharina), komt het papiervisje ook op drogere locaties voor, zoals op zolder in dozen met kerstspullen en in het papierarchief, ver weg geschoven in de kast in de werkkamer. Ze verspreiden zich eenvoudig door een woonblok en de meeste papiervisjes worden ingezonden door bewoners van huizen die in de laatste twintig jaar gebouwd zijn. In grote aantallen kunnen zij schadelijk zijn voor papier, behang, boeken, kleding, wandbedekking en de postzegelverzameling.

Wil u ook weten wat voor insecten u in huis heeft? Neem ze dan op zaterdag 28 mei mee naar de stand van het KAD op de INSECTENexperience!

Tekst: Bruce Schoelitsz, Mike Brooks en Willy Budding, Kenniscentrum Dierplagen
Foto's: Bruce Schoelitsz, Mike Brooks, Kenniscentrum Dierplagen