Tweede populatie ontdekt van schaarse nachtvlinder
Bericht uitgegeven door Natuurpunt Educatie [land] op [publicatiedatum]
Wie in Wallonië op een zonnige aprilnamiddag oranjebruine vlindertjes rond de toppen van Ratelpopulieren ziet fladderen, heeft met de Oranje espenspanner te maken. Die dagactieve nachtvlinder is niet zeldzaam in het zuiden van het land; in Vlaanderen is hij echter bijzonder schaars. Sinds de herontdekking van de soort in 2011 is recent een tweede populatie ontdekt in Kampenhout.
De Oranje espenspanner (Boudinotia notha) is een tegendraadse nachtvlinder. In tegenstelling tot wat die naam doet vermoeden, moet je hem helemaal niet ’s nachts gaan zoeken: het is een nachtvlinder die enkel overdag vliegt. Wie hem oppervlakkig bekijkt, zou hem dan ook voor een dagvlinder kunnen aanzien. Met die mooie oranje kleuren toont hij zelfs enige gelijkenis met de Kleine vuurvlinder, een dagvlinder die pas later in het voorjaar verschijnt en niet rond de toppen van bomen vliegt. De knopvormige verdikking op het uiteinde van de voelsprieten, typisch voor dagvlinders, ontbreekt echter bij de Oranje espenspanner. Hij behoort dus toch tot de nachtvlinders, meerbepaald tot de grote familie van de spanners.
In Vlaanderen komt een algemenere dubbelganger van de Oranje espenspanner voor: de Oranje berkenspanner (Archiearis parthenias). Die vliegt in dezelfde periode (maart-april) rond in heideterreinen, open bossen, etc. Vanzelfsprekend zie je de Oranje berkenspanner niet bij ratelpopulier, maar in de buurt van berken. Nectar zoeken doen beide soorten wel eens op wilgenkatjes. De Oranje berkenspanner lijkt bijna als twee druppels water op de Oranje espenspanner. Aan de hand van subtiele verschillen in de tekening op de onderzijde van de vleugels kan je beide soorten uit elkaar houden. Bij mannelijke exemplaren vormen de voelsprieten een goed kenmerk: duidelijk geveerd bij Oranje espenspanner, zwak geveerd bij Oranje berkenspanner.
De Oranje espenspanner komt voor in relatief vochtige bossen waar ratelpopulier of esp veel voorkomt. Hij fladdert langs bosranden, meestal vlakbij de boom waarop de vrouwtjes eitjes afzetten. Soms zie je hem ook wel eens op een wandelpad zitten, maar vaak vertoeven de vlinders hoog in de bomen. Misschien is dat de reden waarom hij jarenlang onopgemerkt bleef in Vlaanderen . Vorige eeuw was de soort bekend uit Limburg en Vlaams-Brabant, maar na een melding uit 1998 (Kikbeek) bleef het stil rond deze prachtige spanner.
Vorig jaar werd in het Walenbos te Tielt-Winge een flinke populatie van de Oranje espenspanner ontdekt door de lokale beheerder Frank Delbecque. Die populatie werd dit jaar verder in kaart gebracht. Daarnaast vond Matthias Peetermans de soort ook in het Hellebos te Kampenhout. Daar werden tot 12 Oranje espenspanners op één dag geteld. Die tweede vindplaats is nieuw en doet vermoeden dat ook andere natuurgebieden in de regio (Demer- en Dijlebekken) nog Oranje espenspanners kunnen herbergen. Hoe zeldzaam deze soort precies is, blijft vooralsnog onduidelijk. Dat de twee gekende vindplaatsen beide oude bossen zijn, die beheerd worden als natuurreservaat, is misschien niet toevallig. Voor kieskeurige vlinders vormen die reservaten vaak de laatste bolwerken…
Tekst: Wim Veraghtert, Natuurpunt Educatie
Foto's: Frank Delbecque