
Natuurjournaal 21 oktober 2025
Nature TodayHun namen en uiterlijk lijken op elkaar en ze komen in vergelijkbare grond voor, maar aan de een kun je je branden en aan de ander niet: dovenetels en brandnetels. Wie is wie?
In Nederland kennen we de paarse dovenetel en de witte dovenetel. De kleur verwijst naar de kleur van de bloeiwijze. In tegenstelling tot de ronde stengels van brandnetels zijn die van dovenetels vierkant. Paarse dovenetel is een eenjarig kruid, dat van maart tot oktober bloeit. De zaden kunnen het hele jaar door echter kiemen, waardoor je in zachte winters ook nog bloeiende paarse dovenetel kunt aantreffen. Vooral de bladeren van de overjarige witte dovenetel lijken op die van brandnetel. Ze zijn soepel, gezaagd en sterk behaard, maar dit zijn geen brandharen. Hiervan is de naam ‘dovenetel’ afkomstig, de haren branden niet. De onschuldige planten maken handig gebruik van het afweermechanisme van brandnetels en staan dan ook vaak vlakbij brandnetels om de vermomming compleet te maken.
In Nederland groeien de grote brandnetel en de kleine brandnetel. Het zijn zo'n beetje een van de eerste planten waar je als buitenspelend kind mee in aanraking komt – letterlijk en figuurlijk – omdat deze kruiden overal en nergens kunnen woekeren en je het wel merkt als je erin bent gevallen. Aan de bladeren zitten brandharen, die bij aanraking afbreken en een vloeistof injecteren waar onder andere histamine en mierenzuur in opgelost is. Dat geeft flink wat ongemak. Voor de planten is het natuurlijk een wapen tegen vraat en andere beschadiging. De brandharen van de kleine brandnetel worden als venijniger ervaren dan die van de grote brandnetel. Wat helpt? Een beetje dovenetel over de pijnlijke plek smeren! Dat groeit meestal in de buurt. Wel goed kijken of je echt dovenetel te pakken hebt, natuurlijk, anders ben je nog verder van huis.
Tekst: Karen Bosma, Nature Today
Beeld: Ed Stikvoort, Saxifraga (leadfoto: witte dovenetel)