
Natuurjournaal 14 oktober 2025
Nature TodayZe staan vaak gebroederlijk naast of onder elkaar op een pagina van een vogelgids, vergezeld van de andere lijsters, zoals de zanglijster en grote lijster. En ze zijn in de komende maanden beide te bewonderen in Nederland vanwege de vogeltrek: de koperwiek en de kramsvogel.
Koperwieken spelen wat uiterlijke herkenning betreft een soort kiekeboe-spelletje: alleen als ze hun vleugels optillen zie je de prachtige roodbruine ondervleugels en flanken. Verder lijken ze van veraf als twee druppels water op een zanglijster, al zijn ze kleiner en zijn hun bovendelen donkerder van kleur. Van dichterbij is ook de witte oogstreep opvallend en de zwaargestreepte keel en borst. Koperwieken snoepen in grote groepen van bessen in hagen en struiken. Vooral in herfstnachten, wanneer ze met zijn alle naar het zuiden trekken, is hun ijle vluchtroep te horen.
Waar koperwieken kleiner zijn dan zanglijsters, zijn kramsvogels wat groter. Ze zijn te herkennen aan een grijze kop en stuit in combinatie met een donkere staart. Hun ondervleugels zijn wit, wat ze gemeen hebben met de grote lijster. Op de borst zijn ze geelbruin en gevlekt, wat ze weer meer op een zanglijster doet lijken. Kramsvogels klinken als kleine mitrailleurtjes met hun scherpe tsjak-tsjak-tsjak. In herfst en winter zoeken ze op open terreinen in grote groepen voedsel – vaak vergezeld van koperwieken. Allerlei besdragende struiken, zoals duindoorn, werken als een magneet, evenals fruitbomen in fruitteeltgebieden.
Tekst: Karen Bosma, Nature Today
Beeld: Ruud van Beusekom; Piet Munsterman, Saxifraga