Eikenprocessierups

Eikenprocessierups slachtoffer van de kou?

De Natuurkalender
11-JAN-2009 - De zeer strenge en aanhoudende vorst van de afgelopen weken richt zeer waarschijnlijk een slachting aan onder de eikenprocessierupsen in ons land. De warmteminnende rupsen profiteerden van de stijgende temperaturen in ons land. De overlast van de honderdduizenden brandharen die elke rups produceert zal dit jaar een stuk lager kunnen zijn.

 Bericht uitgegeven door De Natuurkalender op zondag 11 januari 2009.

De zeer strenge en aanhoudende vorst van de afgelopen weken richt zeer waarschijnlijk een slachting aan onder de eikenprocessierupsen in ons land. De warmteminnende rupsen profiteerden van de stijgende temperaturen in ons land. De overlast van de honderdduizenden brandharen die elke rups produceert zal dit jaar een stuk lager kunnen zijn.

De eikenprocessierups komt pas sinds 1991 in ons land voor. Sindsdien heeft hij zich vanuit het zuiden uit steeds verder over ons land uitgebreid. Een enkele rups heeft rond de 600.000 brandharen die allerlei gezondheidsklachten aan ogen, huid en luchtwegen kunnen veroorzaken. in 2008 bereikten ze de grens tussen Overijssel en Drenthe en ook in Noord-Holland zijn ze weer noordelijker gesignaleerd dan tot nu toe bekend was (Zie Figuur 1).


Figuur 1: Waarnemingen van de eikenprocessierups doorgegeven via www.natuurkalender.nl.

Uit onderzoek van De Natuurkalender bleek vorig jaar dat de eikenprocessierups de stijgende temperatuur in ons land volgde. In de gebieden waar de rups werd aangetroffen lag de gemiddelde temperatuur in de maanden april tot en met juli en in september en oktober beduidend hoger dan in de gebieden waar hij niet voorkwam. Gedurende april tot en met juli is de rups actief en vervelt hij zich enkele keren waarna hij zich verpopt. In september en oktober komt de vlinder uit de pop, zoekt een partner om mee te paren en legt de eitjes. 

Gemiddelde maandtemperatuur onder 0 graden Celsius te koud
Sinds 1991 heeft de eikenprocessierups zich wel steeds verder naar het noorden toe verplaatst maar het aantal rupsen dat jaarlijks werd aangetroffen varieerden sterk van jaar tot jaar. Het aantal waargenomen rupsennesten breide zich uit tot een piek werd bereikt in 1996. Daarna stortte de populatie in waarna pas in 2001 de populatie weer boven het niveau van 1997 kwam. Een volgende piek werd in 2004 bereikt waarna de populatie weer inzakte en in 2007 weer een piek werd bereikt. Eigenlijk hadden we verwacht dat de populatie al in 1996 in zou moeten zakken en niet pas in 1997 omdat de winter van 1995/1996 koud was en 1996 in zijn geheel ook als een koud jaar te boek staat. In 1996 werden echter nog veel nesten aangetroffen en pas in 1997 was de populatie laag. De reden hiervoor is dat de laagste gemiddelde temperatuur in de winter van 1995/1996 in het gebied waar de eikenprocessierups voorkwam rond de nul graden Celsius bleef steken terwijl in het gebied waar hij niet voorkwam de temperatuur tot onder de nul graden zakte. In de winter 1996/1997 kwam de gemiddelde temperatuur ook in het gebied van de eikenprocessierups in januari 1997 onder de nul graden Celsius. Hieruit kunnen we de voorzichtige conclusie trekken dat een gemiddelde maandtemperatuur lager dan 0 graden Celsius te koud is voor de eieren van de eikenprocessierups.

Min twintig graden Celsius in Maastricht
Deze winter hebben we nu al een periode van vier weken waarin de gemiddelde temperatuur onder nul bleef bij het KNMI in De Bilt. Dit jaar hebben we echter te maken met de bijzondere situatie dat het in het zuiden van het land veel kouder is geweest dan in het noorden van het land. De gemiddelde dagtemperaturen van -12 graden Celsius in de buurt van Maastricht en minimumtemperaturen van onder de -20 graden zullen voor veel eieren teveel van het goede zijn. Komend jaar wordt wat dit betreft een spannend. Het kan zomaar zijn dat we voor het eerst halverwege het land meer eikenprocessierupsen zullen aantreffen dan in het zuiden van het land. Of dit ook daadwerkelijk het geval zal zijn is nog afwachten omdat ook de komende maanden nog voor een groot deel het aantal rupsen dat uitkomt zal gaan bepalen.

Tekst en foto: Arnold van Vliet, De Natuurkalender, Wageningen Universiteit

Meer informatie over de eikenprocessierups op www.natuurkalender.nl  en op www.minlnv.nl/eikenprocessierups  

Eerdere berichten over de eikenprocessierups op www.natuurbericht.nl: