Detail van kroostapijt

Kunnen Kempische kanalen regenwoud redden?

2-NOV-2011 - Sinds deze zomer kleurt een aantal Kempische kanalen behoorlijk groen. Niet dat er één of ander giftig goedje werd geloosd, al oogt het soms best wel vervaarlijk. Het fenomeen deed zich ook eerdere jaren al voor. Maar deze keer bleef het niet beperkt tot enkele minder druk bevaren waterlopen. Ook het Albertkanaal veranderde van een druk bevaren, blauwe waterloop in een groene vaart. Op sommige plaatsen was de groene massa zo dik, dat Waterhoentjes er zelfs overheen konden lopen.  De schuldige? Kroos.

Bericht uitgegeven door Natuurpunt Educatie [land] op [publicatiedatum]

Sinds deze zomer kleurt een aantal Kempische kanalen behoorlijk groen. Niet dat er één of ander giftig goedje werd geloosd, al oogt het soms best wel vervaarlijk. Het fenomeen deed zich ook eerdere jaren al voor. Maar deze keer bleef het niet beperkt tot enkele minder druk bevaren waterlopen. Ook het Albertkanaal veranderde van een druk bevaren, blauwe waterloop in een groene vaart. Op sommige plaatsen was de groene massa zo dik, dat Waterhoentjes er zelfs overheen konden lopen.  De schuldige? Kroos.

Kroos is een groepsnaam die slaat op een aantal drijvende, groene waterplantjes. De meeste soorten zijn heel klein (een paar millimeter), maar onder ideale omstandigheden (voedselrijk, warm water en veel zon) kunnen deze miniplantjes welig tieren en kunnen ze op korte tijd grote wateroppervlaktes innemen. En net in de Kempische kanalen lijken de omstandigheden gunstig: ze worden gevoed door voedsel- en mineraalrijk water uit de Maas en in de zomer loopt de watertemperatuur er op tot boven 20 °C. Gevolg: een dikke massa van eendenkroos, Klein kroos, Veelwortelig kroos, Bultkroos, Kroosvaren en vooral veel Dwergkroos. Maar dit verklaart nog niet meteen waarom die kroosgroei dit jaar zo explosief was.

Kempische kanalen zien groen van het kroos (foto: Jos Gysels)

Ook voor de experten van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) is niet meteen duidelijk wat er aan de hand is. Er wordt vermoed dat een vooralsnog ongekende, gewijzigde milieufactor ertoe heeft geleid dat een relatief rijke onderwaterflora (met verschillende soorten vederkruid, waterpest, fonteinkruid en kranswieren) plaats heeft moeten maken voor een omvangrijke kroosmassa. Vooral Dwergkroos is prominent aanwezig in het tapijt. Dwergkroos is een oorspronkelijk Amerikaanse soort, die pas in 1966 voor het eerst in Europa (Zuid-Frankrijk) werd waargenomen. De eerste Belgische waarneming dateert van 1983 (tussen Mons en La Louvière) maar sindsdien is deze exoot (vooral in Vlaanderen) aan een indrukwekkende opmars bezig. En wat nu? Wordt de volksgezondheid bedreigd? Moeten we binnenkort massale vissterfte verwachten? Zal de scheepvaart op het Albertkanaal hinder ondervinden van de kroostapijten?

Detail van kroostapijt (foto: Jos Gysels)

Niets van dit alles. Kroosgroei in voedselrijke oppervlaktewateren, kanalen en sloten wordt in Vlaanderen aanzien als een noodzakelijk kwaad dat samenhangt met een overaanbod aan voedingsstoffen, voornamelijk afkomstig uit de landbouwsector. Normaal mag worden verwacht dat de komende weken het meeste kroos vanzelf weer zal verdwijnen door een daling van de watertemperatuur. En misschien zit er zelfs nog een positieve kant aan die explosieve kroosgroei. In Nederland onderzocht de landbouwuniversiteit van Wageningen of die kroostapijten kunnen worden verwerkt tot kwalitatief hoogwaardig veevoer. Uit hun onderzoeksrapport blijkt dat onder optimale omstandigheden zo'n tapijt van één hectare tien tot dertig ton eiwitrijk, makkelijk verteerbaar veevoer zou kunnen opleveren. Mengvoer op basis van kroos zou dan meteen ook een goed alternatief kunnen bieden voor veevoer aangemaakt met tropische soja. Niet dat dat kwalitatief minderwaardig zou zijn, maar voor de aanmaak van dit 'sojaveevoer' worden jaarlijks nog onaanvaardbaar grote oppervlaktes regenwoud gekapt om plaats te ruimen voor sojaplantages. De eutrofiëring van onze oppervlaktewaters bestrijden, het regenwoud redden en de koeien te eten geven: als dat geen win-win-situatie is.

Jos Gysels & Joeri Cortens, Natuurpunt Educatie
Met dank aan Rafaël Huylebroeck, Vlaamse Milieumaatschappij