Natuurjournaal 19 oktober 2025

Porseleinzwammen beginnen hun groei als onbeduidende, grijze bolletjes op levende beuken die het al zwaar hebben, of op dode beukenstronken. Het zijn dus zowel parasieten als opruimers, of saprotrofe paddenstoelen. Daarna ontstaan porseleinwitte, glimmende paddenstoelen, die al snel verweken en bruin worden. Net als bij veel andere paddenstoelen blijft er na korte tijd niets meer over dan een vieze, slijmerige massa. Maar op hun hoogtepunt zijn porseleinzwammen juweeltjes waar je, als je de kans krijgt, van onderaf dwars doorheen kan kijken. Soms zitten de boomstammen vol van hun witte sporen.

Er zijn veertien soorten stuifzwammen in Nederland te vinden, die alle saprotroof zijn. Het zijn dus opruimers van dood organisch materiaal. Alle, op één na, zijn bodembewonend. De enige uitzondering daarop is de algemeen voorkomende peervormige stuifzwam. Deze komt niet op de grond voor, maar op dode stronken van loofhout en een enkele keer op de kegels van naaldbomen. Deze peervormige stuifzwammen komen vaak in grote ‘trossen’ voor. Stuifzwammen behoren tot de buikzwammen. Dat wil zeggen dat de sporenmassa in de paddenstoel zit. Zijn de sporen rijp, dan barst het vruchtlichaam aan de top  open en van daaruit worden de sporen verspreid.

Tekst en beeld: Mike Hirschler, IVN Deventer