bever

Bevers graven in rivierdijken

Wageningen University
30-AUG-2008 - Sinds 1988 komen er weer bevers voor in ons land, nadat deze soort lange tijd geleden was uitgestorven. De afgelopen jaren zijn op diverse plaatsen dieren uitgezet, zoals in de Biesbosch, de Gelderse Poort, Flevoland en in het maasdal in Zuid-Limburg. Het totale aantal dieren in ons land wordt inmiddels geschat op ca. 360. De verwachting is dat het aantal bevers de komende jaren verder zal toenemen.

Bericht uitgegeven door Alterra Wageningen UR op vrijdag 29 augustus 

Sinds 1988 komen er weer bevers voor in ons land, nadat deze soort lange tijd geleden was uitgestorven. De afgelopen jaren zijn op diverse plaatsen dieren uitgezet, zoals in de Biesbosch, de Gelderse Poort, Flevoland en in het maasdal in Zuid-Limburg. Het totale aantal dieren in ons land wordt inmiddels geschat op ca. 360. De verwachting is dat het aantal bevers de komende jaren verder zal toenemen.

De bever is een oeverbewoner die gebruik maakt van zelf gegraven holen. De soort is beschermd maar kan af en toe overlast en schade veroorzaken. Zo kan er graverij plaatsvinden in kades en rivierdijken. Onlangs is vastgesteld dat op een aantal plekken in een rivierdijk in de Gelderse Poort bevers holen hebben gegraven. Op termijn kan dit de veiligheid van dijken ondermijnen. Bestrijding van bevers is, gezien de beschermde status, geen optie.

In opdracht van Staatsbosbeheer is daarom onderzocht welke factoren dijken kwetsbaar maken voor graverij en welke preventieve maatregelen mogelijk zijn.Vooral plekken waar het open water direct grenst aan het dijktalud zijn kwetsbaar. Daarom wordt voorgesteld om op plekken waar dit het geval is de oeverzone ‘aan te aarden’ (d.w.z. verbreden met een vlakke zone) zodat een oever ontstaat van 15-20 meter breed. Andere mogelijke maatregelen zijn het ingraven van gaas loodrecht in de oever of het aanbrengen van gaas in de oppervlakte van oever en berm. Het laten begrazen van dijktaluds en kappen van eventueel aanwezige houtige opslag kan de risico’s verder beperken. Ook het aanbieden van alternatieve verblijfplaatsen kan helpen, waaronder zogenaamde hoogwatervluchtplaatsen in de uiterwaarden. Zo kan worden voorkomen dat tijdens hoogwater holen worden gegraven in dijken. Dit kunnen langgerekte, met houtige opslag begroeide terpen zijn van enkele tientallen meters lang, gelegen in de stroomrichting van de rivier.

 
Hersteld dijktalud na graverij door bevers; Ooijse Bandijk 2004 
 

De voorgestelde maatregelen kunnen tevens de kans verkleinen dat andere oeverbewonende soorten als muskusrat en beverrat in dijktaluds gaan graven.

Meer informatie over dit onderzoek is te vinden in Alterrarapport 1604 en op www.kennisonline.wur.nl.

Natuurbericht besteedde al eerder aandacht aan bevers; in juli werd melding gemaakt van jonge bevers in de Ooijpolder bij Nijmegen. 

Tekst: Freek Niewold, Loek Kuiters, Alterra Wageningen UR 
Foto boven: Per Harald Olsen, GNU Free Documentation License
Foto onder: Freek Niewold