Herintroductie ooievaar succesvol
Bericht uitgegeven op vrijdag 25 december 2009
Door een herintroductieprogramma is het aantal ooievaars in Nederland weer op het niveau van 100 jaar geleden. In 1991 waren er geen enkele wilde broedparen meer in ons land. Nu staat het peil weer op 500 broedparen, maar deze zijn lang nog niet allemaal zelfstandig.
Ooievaar bijna verdwenen
De ooievaar is een vogel van het agrarische gebied, maar is daar in de vorige eeuw bijna verdwenen. Volgens de eerste telling van ooievaars in Nederland in 1910 waren er ongeveer 500 bewoonde ooievaarsnesten. In 1939 was dat aantal gedaald tot 312 paren. In 1960 waren er nog 48 paren en in 1970, 14 paren. Ten slotte waren er in 1991 geen wilde broedparen meer.
Oorzaken achteruitgang
Er is een aantal oorzaken voor de achteruitgang van de ooievaar: intensivering van de landbouw in Nederland, in het bijzonder verlaging van het grondwaterpeil, verhoogde sterfte langs de trekroute door botsing met hoogspanningsleidingen en de droogte en de bestrijding van sprinkhanenplagen in hun overwinteringgebied in Afrika.
Herintroductie in 1969
Om het tij te keren startte Vogelbescherming Nederland in 1969, naar Zwitsers voorbeeld, met het project 'Herintroductie van de ooievaar in Nederland'. In dat jaar werd in het Liesvelt in Groot-Ammers gestart met een speciaal fokprogramma met 28 ooievaars uit diverse landen. In de periode 1979 - 1988 werden de ooievaars uitgezet naar 12 zogenaamde buitenstations in voor ooievaars geschikt leefgebied. Bij de huidige doelstellingen van het project ligt de nadruk op het herstel van de leefomgeving en niet meer op fokken en bijvoederen. Ongeveer de helft van de populatie blijft in de winter in Nederland, de andere helft trekt weg.
Herintroductie succesvol
In 2004 is de ooievaar dankzij dit programma terug op het oude peil van ongeveer 500 broedparen. Nog lang niet alle paren zijn echter volledig zelfstandig. Slechts zo'n twintig tot vijftig broedparen brengen hun jongen geheel onafhankelijk van menselijke hulp groot.
Bron en meer informatie: Compendium voor de Leefomgeving
Foto: Harvey van Diek