Van 3+30+300-regel naar biodiversiteitsnorm: nieuwe stap in stedelijk groenbeheer
IPC Groene RuimteDe biodiversiteitsnorm vormt een aanvulling op de 3+30+300-regel van Cecil Konijnendijk, die stelt dat er binnen drie minuten lopen van elke woning een boom moet staan, er binnen dertig minuten lopen een park moet zijn en er binnen driehonderd meter toegang tot groen moet zijn.
Van kwantiteit naar kwaliteit
De 3+30+300-regel van Konijnendijk heeft de waarde van bomen stevig op de kaart gezet. Maar waar deze regel vooral de hoeveelheid bomen beschrijft, legt de biodiversiteitsnorm de nadruk op de ecologische waarde: variatie in soorten, structuren en beheer. “Met alleen de 3+30+300-regel kunnen we straks prachtig groene steden hebben, die slechts uit één boomsoort bestaan”, zegt Lieke Willems. Dat maakt een systeem kwetsbaar. Ze verwijst naar de essenprachtkever in de Verenigde Staten, een plaagdiersoort die miljoenen bomen vernietigde en onverwacht voor grote maatschappelijke gevolgen zorgde. “Het verlies van bomen leidde tot een stijging in sterfte door hart- en vaatziekten, met meer dan twintigduizend extra doden dan normaal. Dat laat zien dat wij een op een gelinkt zijn met het groen in onze omgeving.”
Variatie, variatie, variatie
De biodiversiteitsnorm wil daarom verder gaan dan de bestaande kwantitatieve richtlijnen. Het introduceert variatie als sleutelbegrip. “Omdat ieder dier, iedere soort, iets anders nodig heeft, is variatie essentieel”, legt Willems uit. “Variatie in leefgebied, in soorten, in genenmateriaal, in leeftijd en structuur en in de manier waarop we beheren. We moeten gaan leren kijken naar diversiteit.”
Hoognodig, want in de Nationale Omgevingsvisie wordt biodiversiteit maar liefst 74 keer genoemd en ook in de Europese regelgeving groeit de druk om natuur te herstellen. Maar de belangrijkste reden om hiermee aan de slag te gaan, ligt dieper, zegt Lieke Willems van IPC Groene Ruimte. “Biodiversiteit is onmisbaar voor veel aspecten: klimaatadaptatie, stabiliteit van het klimaat, bodemkwaliteit, waterbeheer, voedselzekerheid en volksgezondheid – en dan gaat het om zowel mentale als als fysieke gezondheid.” Wie werkt in of aan de openbare ruimte – denk aan ontwerp, aanleg, beheer of beleid – heeft volgens Willems directe invloed op biodiversiteit. “Onwetendheid kan leiden tot achteruitgang, maar met de juiste kennis wordt elke ingreep een kans op herstel.”
Klimaatverandering vraagt om veerkracht
Ook met de onzekere klimaatvoorspellingen is genetische variatie belangrijker dan ooit. De vier klimaatscenario’s van het KNMI laten grote verschillen zien in temperatuur en vochthuishouding. En omdat we nu aanplanten voor de komende honderd jaar is het onmogelijk om precies te voorspellen wat het klimaat gaat doen. “Juist daarom is het verstandig om, binnen soorten, te variëren in genotypen”, zegt Willems. “Verschillende genotypen reageren verschillend op droogte, kou of wateroverlast. Die spreiding maakt een systeem veerkrachtiger.”

Van soorten- naar habitatmanagement
Nederland telt ruim 48.000 soorten, elk met eigen eisen aan bodem, water en omgeving. “Het is onbegonnen werk om voor al die soorten afzonderlijk een beheerplan te maken”, zegt Willems. “Veel belangrijker is om te kijken naar het leefgebied: welk habitat kun je op deze plek, onder deze omstandigheden, creëren? En hoe ondersteun je daarbinnen zoveel mogelijk biodiversiteit?” Volgens Willems vraagt dat om een fundamentele verschuiving in denken. “We moeten af van soortenmanagement en toewerken naar habitatmanagement. Daarom zeggen wij: biodiversiteit vraagt om variatie, variatie, variatie!”
Drie dimensies van variatie
De biodiversiteitsnorm onderscheidt drie vormen van variatie:
- Horizontaal, in de abiotische kenmerken, denk aan gradiënten, zonpositionering, bodemoneffenheden of het meanderen van talud of oevers.
- Verticaal, in de opbouw van het plantmateriaal, in gelaagdheid, dichtheid, structuur, leeftijd, bloeiboog, genen, klimaat, genotypes en soorten.
- Ondergronds, in de inrichting en beheermethodiek die bodemleven en organisch materiaal stimuleert. Variatie in verschillende organische stoffen die de bodem kunnen bereiken, in de vorm van verschillende afstervende bladeren en houtstructuren. Deze stoffen stimuleren een divers palet aan schimmels en bacteriën, die ieder op hun beurt voor andere bouwstoffen en verbindingen in de keten zorgen.
“Hoe meer diversiteit we aanbrengen, boven én onder de grond, hoe sterker en veerkrachtiger het systeem wordt”, zegt Willems. “We bouwen eigenlijk aan kleine ecosysteempjes, die samen het fundament vormen van een gezonde leefomgeving.”

Van boomspiegel tot park
De biodiversiteitsnorm is toepasbaar op elk schaalniveau. Van boomspiegel tot park. “Kijk je naar één boom, dan kun je ook daar variatie aanbrengen”, legt Willems uit. “Creëer plekken waar water kan infiltreren, plant ondergroei met bloeiende kruiden en struiken die helpen tegen verdroging en plaagdruk. En op grotere schaal, in parken of bosranden, kun je variëren in bodemgradiënten, hoogteverschillen en waterlopen. Door kern-, mantel- en zoomvegetaties slim te combineren, ontstaat een divers mozaïek van leefgebieden.” Uiteindelijk bepaalt het beheer of biodiversiteit werkelijk van de grond komt. “Het draait om variatie in plaats en tijd. Door te variëren in beheer, zoals wanneer en waar je maait, snoeit of ingrijpt, houd je ecosystemen vitaal.”
Een richtinggevend kader
De biodiversiteitsnorm is voorlopig nog een concept: een richtinggevend kader dat bewust geen harde cijfers bevat. “De wetenschappelijke studies zijn nog niet zo ver dat we er percentages aan kunnen hangen”, zegt Willems. “Maar het helpt iedere professional die iets met de openbare ruimte te maken heeft. Door deze drietrapsraket te onthouden, kunnen we biodiversiteit bij iedereen onder de aandacht brengen die er invloed op heeft. Het gaat nu vooral om bewustwording en om het veranderen van de mindset. Iedereen die in of aan de openbare ruimte werkt, heeft positieve of negatieve invloed op ons biodiversiteitsherstel. Dus, nogmaals, denk aan variatie, variatie, variatie!"
Lancering biodiversiteitsnorm
De nieuwe biodiversiteitsnorm wordt op 7 november 2025 officieel gelanceerd tijdens de Nationale Biodiversiteitsdag, georganiseerd door IPC Groene Ruimte. Tijdens deze dag wordt de norm verder toegelicht en besproken.
Meer informatie
- Meer informatie over de Nationale Biodiversiteitsdag is te vinden in de agenda van Nature Today en op de website van IPC Groene Ruimte.
Tekst: IPC Groene Ruimte
Beeld: Eva Lanxmeer (leadfoto: Gevarieerd landschap, waar de onderdelen van de biodiversiteitsnorm samenkomen); IPC Groene Ruimte; Lieke Willems
