Mosselbanken aangelegd in de Waddenzee
Bericht uitgegeven door Rijksuniversiteit Groningen op [publicatiedatum]
Het mooie weer van de afgelopen weken heeft veel mensen naar de Waddeneilanden gelokt. Daar konden ze getuige zijn van de aanleg van nieuwe mosselbanken in het kader van het Waddensleutelproject. Met de aanleg van deze mosselbanken willen wetenschappers begrijpen waarom droogvallende mosselbanken het in de Waddenzee niet goed doen en wat hun belang is bij het behouden en verbeteren van de biodiversiteit van de Waddenzee.
Mossels zijn biobouwers, organismen die niet alleen op milieuomstandigheden (zoals zeebodem en stroming) reageren, maar deze ook zelf sterk beïnvloeden. Zo creëren ze geschikte leefomstandigheden voor zichzelf en daarmee ook voor andere soorten. En zo spelen ze een sleutelrol in het voortbestaan van biodiversiteit en het natuurlijk functioneren van ecosystemen. Helaas zijn veel biobouwende soorten, zoals mossels en zeegrassen, in de Waddenzee verdwenen of sterk afgenomen. Mosselbanken zijn op de droogvallende wadplaten vrijwel verdwenen, maar komen nog wel voor in de delen die permanent onder water staan.
Droogvallende mosselbanken zijn een belangrijke schakel in de voedselketen van de Waddenzee doordat ze veel slib invangen en een harde ondergrond vormen op de bodem van de anders zachte zandige Waddenzee. Op zo’n vaste ondergrond spoelen beesten en planten, bijvoorbeeld zeewieren en slakjes, veel minder snel weg. Bovendien biedt een mosselbank bescherming voor bijvoorbeeld krabben en garnalen die daar kunnen schuilen tegen wadvogels die bij laag water op deze banken komen eten.
Doordat biobouwende mossels het voorkomen van andere soorten stimuleren zou hun terugkeer de sleutel tot herstel van de ecologie in de Waddenzee kunnen zijn. Dit idee wordt onderzocht in het project Waddensleutels, wat een samenwerking is tussen Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, Rijksuniversiteit Groningen, Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) en het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW).
Onder Ameland, Terschelling en Schiermonnikoog zijn de afgelopen maand 36 experimentele proefvlakken van twintig bij twintig meter aangelegd. Op een deel van de proefvlakken zijn mossels neergelegd op de kale ondergrond, terwijl op andere vlakken eerst een kokosmat is aangelegd. Met de aanleg van de kokosmatten willen de onderzoekers testen of de mosselen beter overleven wanneer ze zich kunnen hechten aan een steviger ondergrond. Tot slot zijn er proefvlakken met alleen kokosmatten en vlakken waar niets is gedaan. Met de lege kokosmatten wordt getest of deze mogelijk ook geschikte vestigingsplaatsen zijn voor jonge mosseltjes.
Afgelopen week is 36.000 kilo mosselen opgevist van een ondergedoken wilde mosselbank in de buurt van de Afsluitdijk. Vervolgens zijn ze in grote zakken op het wad neergezet en verspreid over de verschillende proefvlakken. De komende jaren zullen wetenschappers de experimentele mosselbanken blijven onderzoeken. De verwachting is dat de mosselen onder andere kleine visjes, krabben en garnalen zullen lokken die vervolgens weer grotere vissoorten en wadvogels kunnen aantrekken. Of dit ook werkelijk gaat gebeuren zal pas over vele jaren te zien zijn.
Tekst: Ellen Weerman en Tjisse van der Heide, Rijksuniversiteit Groningen – Community Ecology and Conservation Ecology groep
Foto’s: Sander Holthuijsen, Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee