Glazenmaker uit je vijver

De Vlinderstichting
9-JUL-2012 - Als je een tuinvijver hebt moet je er maar eens rustig naast gaan zitten. Misschien dat je er een fraaie, grote blauwe glazenmaker ziet uitsluipen. Zelfs bij een kleine vijver in de stad maak je kans.

Bericht uitgegeven door De Vlinderstichting [land] op [publicatiedatum]

Als je een tuinvijver hebt moet je er maar eens rustig naast gaan zitten. Misschien dat je er een fraaie, grote blauwe glazenmaker ziet uitsluipen. Zelfs bij een kleine vijver in de stad maak je kans.

De blauwe glazenmakermannetjes hebben een prachtige blauwgele tekening (foto: Kars Veling)De blauwe glazenmaker is zo’n grote helikopter, die je vooral in de zomer en nazomer kunt zien vliegen. De mannetjes zijn felblauw en geel gekleurd, de vrouwtjes zijn wat onopvallender en vooral groen. De fabeltjes dat ze gevaarlijk zouden zijn en mensen aan zouden vallen zijn volkomen onzin. Ze zijn groot en nieuwsgierig, dus komen ze soms vlakbij, maar aanvallen zullen ze niet. Hun kaken zijn erop gemaakt om allerlei insecten te verorberen, maar ongeschikt om ons te bijten. Jagende en patrouillerende blauwe glazenmakers vliegen in een rustig tempo laag over de grond, op plaatsen met veel halfschaduw, bijvoorbeeld bospaden en tuinen. Ze zoeken hun omgeving minutieus af en komen daarbij vaak opvallend dicht in de buurt van mensen en bebouwing. Door dit gedrag komen blauwe glazenmakers nogal eens binnenhuis achter het vensterglas terecht, of worden ze gevangen door huiskatten.

Bij het blauwe glazenmakervrouwtje zijn de lichte vlekken allemaal groen (foto: Kars Veling)Ze planten zich voort in allerlei stilstaande watertypen, vaak voedselrijk en sterk beschaduwd: bosplassen, poelen, sloten, maar ook tuinvijvers. In de nazomer leggen de vrouwtjes eitjes in het water, in de natte rand of op waterplanten. De larven leven twee en soms drie jaar in het water en leven daar van allerlei kleinere dieren. Vooral muggenlarven zijn geliefd, maar ze zullen ook andere libellenlarven en kikkervisjes verorberen als deze niet te groot zijn. Na die drie jaar is de larve flink gegroeid en gaat hij enige tijd aan het wateroppervlak hangen, om al een beetje te wennen aan het landleven. Vervolgens kruipt de larve uit het water in een stengel van gele lis, lisdodde of een andere stevige plant die in het water staat. De larvehuid scheurt open en langzaam maar zeker kruipt de libel eruit. Deze moet eerst zijn vleugels en achterlijf nog oppompen en als hij ook gedroogd is kan zijn eerste vlucht als libel beginnen. Dit hele proces kunt u prima waarnemen vanuit de tuinstoel, al dan niet met een lekker drankje bij de hand.

Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting