Omphalina 1
M.W.Boomsluiter

Liefhebber van koude winters niet meer zo zeldzaam

Nederlandse Mycologische Vereniging
3-MRT-2010 - Het Blauwgroen trechtertje is een paddenstoel die een koude winter goed kan doorstaan. Met warmere tijden in zicht zal het dus niet lang meer duren voordat dit paddenstoeltje weer verschijnt. Deze mondiaal zeer zeldzame paddenstoel is juist in nederland te vinden als gevolg van de natuurontwikkeling in ons land.

Bericht uitgegeven door de Nederlandse Mycologische Vereniging op woensdag 3 maart 2010

 

Het Blauwgroen trechtertje is een paddenstoel die een koude winter goed kan doorstaan. Met warmere tijden in zicht zal het dus niet lang meer duren voordat dit paddenstoeltje weer verschijnt. Deze mondiaal zeer zeldzame paddenstoel is juist in Nederland te vinden als gevolg van de natuurontwikkeling in ons land.

Met de meteorologische winter achter ons en ons land verlost van het sneeuwdek zal het niet lang duren voordat het Blauwgroen trechtertje (Omphalina chlorocyanea) verschijnt. Dit in jonge staat zwartblauwe paddenstoeltje kan onze winters goed weerstaan. Met vorst staat de groei echter stil en wacht het rustig op betere tijden. Deze lijken nu weer aangebroken te zijn.

Het Blauwgroen trechtertje is een relatieve nieuwkomer en werd pas in 1973 voor het eerst gesignaleerd in Nederland. Mondiaal is het Blauwgroen trechtertje erg zeldzaam en vondsten worden bijna nooit gemeld. Bovendien komen deze meldingen vaak uit barre streken zoals Groenland, Noorwegen, Finland en de omgeving van Moermansk in Rusland. In West-Europa wordt het buiten Nederland vrijwel nooit gevonden. Zo zijn in de afgelopen 125 jaar maar 4 vondsten uit Groot-Brittannië bekend. In Nederland groeit het echter op een aantal plekken met honderden exemplaren.

Het geheim van het voorkomen van het Blauwgroen trechtertje in Nederland zit hem in een typisch Nederlands fenomeen: natuurontwikkeling. Bij natuurontwikkeling wordt vaak de bovenlaag van een gebied afgeschraapt en ontstaat er een pioniervegetatie. Op een zwakzure bodem begeleid met haarmossen en Pitrus (Juncus effusus) kunnen binnen een pioniervergetatie ideale omstandigheden ontstaan voor de ontwikkeling van het Blauwgroen trechtertje. Het is dan in het vroege voorjaar regelmatig in grote groepen aanwezig.

Maar met successie van de vegetatie verdwijnen de pionierplanten en -mossen en dus ook de pionierpaddenstoelen. Het Blauwgroen trechtertje is ook vaak niet meer dan vier jaar op dezelfde plek te vinden en blijkt dus afhankelijk van het creëren van nieuwe natuur. Het is dan ook niet toevallig dat de start van de eerste natuurontwikkelingsprojecten samenviel met de eerste vondsten van het Blauwgroen trechtertje in Nederland.

Natuurontwikkeling heeft er intussen voor gezorgd dat je niet naar Groenland of Siberië hoeft af te reizen om dit fraaie paddenstoeltje te vinden.

Tekst en foto's: Menno Boomsluiter Nederlandse Mycologische Vereniging