Xylaria longipes
Esdoornhoutknotszwam
N.J.Dam

Onzichtbaar landjepik

Nederlandse Mycologische Vereniging
13-NOV-2009 - Paddenstoelen groeien vaak in groepen. Gezellig!? Soms. Maar soms blijken ze elkaar in hun substraat het leven behoorlijk zuur te maken.

Bericht uitgegeven door de Nederlandse Mycologische Vereniging op vrijdag 13 november 2009

Paddenstoelen groeien vaak in groepen. Gezellig!? Soms. Maar soms blijken ze elkaar in hun substraat het leven behoorlijk zuur te maken.

Vliegenzwammen, Berkenzwammen, Geweizwammetjes, je ziet ze meestal in groepen bij elkaar. Op het eerste gezicht is dat niet zo opzienbarend. Paddenstoelen zijn per slot van rekening “vruchten” (vruchtlichamen) van een groter organisme, de schimmel. En net zoals bijvoorbeeld een eik ieder jaar vele eikels (vruchten) produceert, lijkt het logisch dat een schimmel per jaar ook meerdere vruchtlichamen maakt. Hoe meer paddenstoelen, hoe meer sporen, dus hoe groter de kans op succesvolle verspreiding.

Esdoornhoutknotszwam
Bij Vliegenzwammen werkt dat waarschijnlijk ook wel zo. Maar bij Berkenzwammen en Geweizwammetjes is wat anders aan de hand. De foto’s bij dit bericht zijn van een verwant van het Geweizwammetje, de Esdoornhoutknotszwam (Xylaria longipes). Die soort vormt zwarte, slank knotsvormige paddenstoelen op afgevallen takken van Esdoorn of Es, en komt algemeen voor in de tweede helft van het jaar. Vaak zitten er tientallen exemplaren op één en dezelfde tak, en in dit geval zijn die het produkt van vele individuele schimmels.

Strijd
Al die individuen, die ieder slechts één of enkele vruchtlichamen produceren, bewonen met hun zwamvlok (mycelium) een eigen stukje van de tak. Dat eigen domein wordt intensief verdedigd tegen soortgenoten. Waar twee verschillende mycelia van de Esdoornhoutknotszwam elkaar in het hout tegenkomen, laait de strijd op en worden zwart gekleurde giftige stofwisselingsprodukten uitgescheiden door de schimmeldraden (hyfen) van beide opponenten. Dat leidt tot zwarte grenslijnen (demarcatielijnen) tussen individuele mycelia, en die zijn met het blote oog goed zichtbaar. Die grenslijnen die je op een doorsnede van zo’n tak ziet, lopen dieper in het hout natuurlijk gewoon door. Ieder schimmelindividu is in feite beperkt tot z’n eigen stukje tak, en van de buren gescheiden door een ondoordringbare “gifschil”. In het Duits wordt de gezamenlijke groeiwijze van paddenstoelen zoals de Esdoornhoutknotzwam als “gesellig” aangeduidt. Dat kan in dit geval maar beter niet als “gezellig” vernederlandst worden.

Tekst en foto's: N.J. Dam, Nederlandse Mycologische Vereniging