Agaricus pampeanus, steppechampignon

Zeer zeldzame Steppechampignon in de steppen van Bergen

Nederlandse Mycologische Vereniging
26-SEP-2013 - Afgelopen week werd aan de duinrand bij Bergen (NH) de bijzonder zeldzame Steppechampignon gevonden. Hij werd ontdekt op de door parkerende auto’s sterk vastgereden ondergrond van een parkeerplaats. De champignon leek erg veel op de bekende Gewone weidechampignon, maar omdat een parkeerplaats voor deze soort een wel erg onwaarschijnlijke groeiplaats leek, werd hij mee genomen voor nader onderzoek.

Bericht uitgegeven door de Nederlandse Mycologische Vereniging [land] op [publicatiedatum]

Afgelopen week werd aan de duinrand bij Bergen (NH) de bijzonder zeldzame Steppechampignon gevonden. Hij werd ontdekt op de door parkerende auto’s sterk vastgereden ondergrond van een parkeerplaats. De champignon leek erg veel op de bekende Gewone weidechampignon, maar omdat een parkeerplaats voor deze soort een wel erg onwaarschijnlijke groeiplaats leek, werd hij mee genomen voor nader onderzoek.

Uit het onderzoek bleek zonneklaar dat het ging om de zeer zeldzame Steppechampignon (Agaricus pampeanus), een soort die nog maar enkele keren in Nederland is gevonden. De Steppechampignon en de Weidechampignon zijn in het veld niet met zekerheid van elkaar te onderscheiden, maar wel met behulp van de microscoop.

Steppechampignon (foto: Martijn Oud)

Het verschil zit hem vooral in de grootte van de sporen. Niet voor niets noemen de Duitsers de Steppechampignon Grossporiger wiesenchampignon (oftewel: Grootsporige weidechampignon). De sporen van de Steppechampignon zijn niet alleen groter, maar bezitten ook nog een zogenaamde kiempore, iets wat slechts bij drie van de 55 soorten Nederlandse champignons voorkomt. De kiempore is de plaats van een spore waar de hyfe of sporedraad tevoorschijn komt tijdens het kiemen.

De Steppechampignon werd in 1880 voor het eerst beschreven door de Argentijn Spegazzini van de Argentijnse pampa. Spegazzini heeft dit willen aangeven door in de Latijnse soortnaam pampeanus het woord pampa te verwerken. Pampa, wat in de oud-Argentijnse Quechua taal ‘vlakte’ betekent, is de naam voor een groot subtropisch natuurlijk grasland van 800.000 vierkante kilometer dat alleen in Zuid-Amerika voorkomt. Binnen de pampa bestaan grote verschillen in de mate van droogte. Spegazzini vond de Steppechampignon waarschijnlijk in het droge deel van de pampa.

Sporen en kiemporen van de steppechampignon (foto: Martijn Oud)

De Nederlandse naam Steppechampignon refereert aan de centraal-Aziatische steppegebieden. Het klimaat van het droge deel van de pampa lijkt erg op het klimaat van de centraal-Aziatische steppe. Beide gebieden kenmerken zich door een jaarlijkse droogteperiode die soms wel acht tot negen maanden aanhoudt.

Wat de overeenkomst van de steppe en de droge pampa is met de parkeerplaats aan de binnenduinrand? De plaats is hooggelegen en het gras heeft het zwaar te verduren gehad door het verkeer en de lange, droge zomer. En toen begon het te regenen. De steppe of pampa in een notendop?

Tekst en foto’s: Martijn Oud, Nederlandse Mycologische Vereniging