eenmalig gebruik Koolmees met rups

Evenveel mezen maar niet dezelfde na 40 jaar klimaatverandering

29-APR-2013 - Ondanks de verstoring door klimaatverandering is de koolmees niet in aantal achteruitgegaan. Wel vliegen er tegenwoordig minder jonge mezen uit, maar met minder concurrenten is de overlevingskans van die jongen groter. Alleen de vroege vogels hebben nog veel succes, de late leggers doen het veel minder goed. Uiteindelijk zal de soort zich in een steeds warmer klimaat toch genetisch moeten aanpassen om te overleven. Dat zegt een internationaal onderzoeksteam onder leiding van het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) vrijdag in Science.

Bericht uitgegeven op [publicatiedatum]

Ondanks de verstoring door klimaatverandering is de koolmees niet in aantal achteruitgegaan. Wel vliegen er tegenwoordig minder jonge mezen uit, maar met minder concurrenten is de overlevingskans van die jongen groter. Alleen de vroege vogels hebben nog veel succes, de late leggers doen het veel minder goed. Uiteindelijk zal de soort zich in een steeds warmer klimaat toch genetisch moeten aanpassen om te overleven. Dat zegt een internationaal onderzoeksteam onder leiding van het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) vrijdag in Science.

Inderdaad, de lente begon dit jaar erg laat. Maar gemiddeld is het voorjaar in de laatste veertig jaar sterk naar voren verschoven. In die tijd is de lente gemiddeld zo’n 3,7°C warmer geworden. Bomen lopen eerder uit en insecten kruipen eerder uit het ei, maar zangvogels zoals de koolmees verschuiven niet snel genoeg en lopen nu achter. Zo’n tien tot twaalf dagen om precies te zijn. Toch vliegen er nog evenveel koolmezen rond als veertig jaar geleden, zoals de onderzoekers laten zien voor de populatie van Het Nationale Park De Hoge Veluwe.

Koolmees met rups (foto: NIOO-KNAW)
Zeven dagen eerder
“Het klinkt tegenstrijdig,” geven Marcel Visser en Tom Reed van het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) toe. Door het veranderende klimaat van de afgelopen decennia valt het moment dat de koolmees zijn jongen in het nest heeft steeds minder samen met de piek in het voedsel voor de kuikens: rupsen. Visser: “Waar de koolmezen iedere tien jaar zo’n drie dagen eerder zijn gaan broeden, lag de piek bij de rupsen wel zeven dagen eerder. Daardoor overleven er minder jongen in het nest. Toch zijn er nog steeds ongeveer evenveel mezen op de Hoge Veluwe.” Tenminste voorlopig, zoals ze samen met collega’s uit Noorwegen, de VS en Frankrijk hebben berekend met bijna veertig jaar aan koolmeesgegevens.

Minder concurrentie
De verklaring is dat ieder jong dat toch uitvliegt ondanks de voedselschaarste tijdens het opgroeien, meer kans heeft om te overleven tot het volgende broedseizoen. “Ze hebben minder last van concurrentie, want er zijn minder jonge vogels,” legt Reed uit. Uit iedere tien eieren worden gemiddeld negen jongen geboren, vliegen er zeven uit en daarvan overleeft er eentje de winter. Dat laatste getal verandert dus niet in de jaren waarin de koolmezen een slechte timing hebben.

In de natuur komt het heel veel voor dat iets afhangt van de dichtheid, het aantal dieren per oppervlakte. Toch is het de eerste keer dat dit gekoppeld is aan een verkeerde seizoenstiming: een eye-opener zo blijkt. Reed: “Het lijkt allemaal zo logisch als je het berekend hebt, maar veel mensen waren er tot nu toe van overtuigd dat een verkeerde timing moest leiden tot directe keldering van het aantal dieren.”

Geselecteerd op vroege vogels
Is er dan niks aan de hand? Toch wel: het uiteindelijke aantal mezen is niet veranderd, maar de eigenschappen van de overlevende vogels wel. Vroege mezen zijn nu succesvoller dan late: van de late dieren overleven veel minder jongen het. Hierdoor selecteert de natuur op vroege vogels. Visser verduidelijkt: “Zo kan de sterfte in de ene groep mezen gecompenseerd worden door het succes in een andere. Maar daar zit wel een grens aan.” Er zijn namelijk niet nòg vroegere vogels.
Als de voorjaarstemperaturen blijven stijgen, groeit het gat in de tijd tussen rupsenpiek en eierleg verder. Visser: “De enige echte redding is uiteindelijk toch aanpassing via genetische aanpassing van de koolmees.”

De onderzoeksresultaten helpen om de gevolgen van milieuverandering in te schatten voor wilde populaties van allerlei soorten. Een deel van het onderzoek is gesubsidieerd door NWO via een Vici-beurs voor Marcel Visser.

Bron inclusief foto: Persbericht NIOO-KNAW