Eindelijk komen de popoverwinteraars

De Vlinderstichting
23-APR-2013 - Het afgelopen weekend zijn er eindelijk meer waarnemingen gedaan van popoverwinteraars als boomblauwtje en oranjetipje. Door de lang aanhoudende kou in maart en begin april waren deze vlinders tot nu toe maar mondjesmaat te zien.

Bericht uitgegeven door De Vlinderstichting [land] op [publicatiedatum]

Het afgelopen weekend zijn er eindelijk meer waarnemingen gedaan van popoverwinteraars als boomblauwtje en oranjetipje. Door de lang aanhoudende kou in maart en begin april waren deze vlinders tot nu toe maar mondjesmaat te zien.

De oranjetipjes worden schoorvoetend gemeld, maar moeten nog flink in aantal toenemen (foto: Kars Veling)We hebben er lang op moeten wachten dit jaar, maar nu komen de popoverwinteraars toch echt uit hun pop. Boomblauwtje, de koolwitjes, oranjetipje en bont zandoogje zijn nu verspreid over het land gemeld. Ze zijn echter nog lang niet op het niveau dat we de afgelopen jaren rond deze datum gewend waren. De komende weken zullen de aantallen dus nog flink oplopen.

De popoverwinteraars bepalen hun tijdstip van uitkomen met behulp van de temperatuursom. Iedere keer wanneer de temperatuur boven een bepaalde waarde uitkomt, wordt dit moment opgeteld bij de vorige keer. Todat het voor de vlinder voldoende warm is geweest om tevoorschijn te komen. Tijdens de koude periode in maart en begin april werd er nauwelijks iets aan de temperatuursom toegevoegd, en er zijn flink wat dagen met hogere temperaturen nodig om de de vlinders uit hun pop te laten komen. De vliegtijd van de vlinders is dus een fors aantal dagen naar achter geschoven, en waarschijnlijk zal de top in de vliegtijd van de soorten weken later liggen dan normaal. Vooralsnog is er geen reden aan te nemen dat het een slecht jaar zal worden voor deze vlinders, ze zijn alleen allemaal wat later.

De aantalsindexen voor drie popoverwinteraars vanaf 1992 (bron: Landelijk Meetnet Vlinders)
Bont zandoogje, popoverwinteraar, op sleedoorn (foto: Kars Veling)Een aantal vlinders die als pop overwinteren heeft het de afgelopen twintig jaar beter gedaan dan de soorten die als vlinder overwinteren. Boomblauwtje, bont zandoogje en oranjetipje laten een stijgende lijn zien in het Meetnet Vlinders, dat vanaf 1992 op een standaardmanier bijhoudt hoe het met de vlinders gaat. Het bont zandoogje is de afgelopen tien jaar zelfs sterk vooruit gegaan, en heeft veel nieuwe leefgebieden in Nederland bevolkt. Overal waar bomen en struiken zijn, zoals in bossen en parken, maar ook in tuinen en erfbeplantingen in het buitengebied, is de soort tegenwoordig aanwezig. De mannetjes verdedigen fanatiek een territorium, een zonnige plek, tegen indringers en vooral tegen andere mannetjes. Ze vliegen dan soms in een spiraal achter elkaar aan tot wel dertig meter boven de bomen, alvorens er weer één terugkeert op de uitkijkplek. De komende weken zal dat weer op heel veel plaatsen te zien zijn.

Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting
Figuur: Landelijk Meetnet Vlinders