boswitje Ouddorp klein

Late vlinders door hete herfst

31-OKT-2014 - Met dagtemperaturen tot 20 graden is het opvallend warm voor eind oktober. Als gevolg daarvan vliegen er nog uitzonderlijk veel dagvlinders rond. Veel vlindersoorten hebben langere vliegperiode of zelfs een extra generatie nakomelingen gekregen en trekvlinders die normaal rond deze tijd al in het zuiden zouden vertoeven, zijn nog steeds hier.

Bericht uitgegeven door Natuurpunt Studie [land] op [publicatiedatum]

Met dagtemperaturen tot 20 graden is het opvallend warm voor eind oktober. Als gevolg daarvan vliegen er nog uitzonderlijk veel dagvlinders rond. Veel vlindersoorten hebben een langere vliegperiode of zelfs een extra generatie nakomelingen gekregen en trekvlinders die normaal rond deze tijd al in het zuiden zouden vertoeven, zijn nog steeds hier.

2014 zal de boeken ingaan als een uitzonderlijk vlinderjaar. Als gevolg van het zachte voorjaar was de piek voor de meeste soorten tot 3 weken vroeger dan andere jaren en door de warme nazomer zijn er eind oktober nog uitzonderlijke hoge aantallen te zien. Afgelopen oktobermaand waren er meer dan 8000 waarnemingen van Atalanta’s, terwijl dat er vorig jaar in dezelfde maand slechts 1500 waren. De lengte van het vliegseizoen van onze vlinders was dus een stuk langer dan andere jaren. Het aanhoudende warme weer heeft er ook toe geleid dat sommige soorten zich aan een extra generatie nakomelingen gewaagd hebben. De Kleine ijsvogelvlinder heeft doorgaans één generatie per jaar, maar dit jaar zien we een tweede generatie rondvliegen. Van soorten als Boswitje, Landkaartje en Argusvlinder die in normale jaren reeds 2 generaties hebben, is er soms zelfs een derde generatie verschenen.

Er waren nog uitzonderlijk laat veel Boswitjes te zien dit jaar. (foto: Marc Herremans)

Of dat voor de vlinders een goede zaak is of niet, zal nog moeten blijken. Als de jonge vlinders, die onder normale weersomstandigheden pas volgend voorjaar zouden uitkomen, dit najaar nog genoeg bloeiende bloemen vinden om volwassen te worden, vervolgens een partner vinden om zich voort te planten en tot slot tijdig het overwinterstadium bereiken, dan kunnen ze volgend jaar in aantal toenemen. Maar als de vlinders geen voedsel meer vinden, of plots te maken krijgen met vriestemperaturen waarop ze niet voorbereid zijn, dan dreigen de aantallen volgend jaar te crashen als gevolg van de mislukte generatie. Als slechts een gedeelte van de populatie zich laat verleiden tot een extra generatie, dan kan de schade beperkt blijven. Maar als een meerderheid van de vlinders dit doet, kan dit dramatisch zijn voor een soort. Dat mechanisme zou bijvoorbeeld de duikvlucht van de Argusvlinder de voorbije jaren kunnen verklaren.

Klimaat en weer zijn factoren die op een verschillend niveau spelen maar toch is er een link: klimaatverandering is een weerkerend patroon van bepaalde extreme weersomstandigheden. Hoewel het moeilijk te voorspellen is hoe de natuur op langere termijn zal reageren op de toenemende veranderingen, is het te verwachten dat insecten de eerste organismen zijn die zich gaan aanpassen. Dat zal winnaars en verliezers opleveren. Wie zich het best kan aanpassen aan die veranderende omstandigheden, profiteert. Zo is te verwachten dat een flexibele soort als het Bont zandoogje, die kan overwinteren als pop, rups of ei kan profiteren van klimaatverandering. Er zijn ook nu al nieuwe soorten die zich vanuit het Zuiden bij ons gevestigd hebben, zoals de Spaanse vlag of het Kaasjeskruiddikkopje. Andere nieuwkomers zoals de Braamparelmoervlinder zijn de komende jaren te verwachten. Mobiele soorten kunnen mee opschuiven met de veranderende klimaatgordels en hun leefgebied uitbreiden naar het Noorden.

Het Kaasjeskruiddikkopje, een soort die we hier binnenkort nog vaker verwachten.(foto: Robby Stoks)

Voor andere soorten, zoals het bedreigde Gentiaanblauwtje, ziet de toekomst er minder rooskleurig uit. De soort is weinig mobiel en moet het hebben van grote heidegebieden. Intensieve landbouw en verstedelijking brengen voor de soort onneembare barrières met zich mee. Wanneer het leefgebied van zo’n soort opschuift, dan krimpt het. En dat hypothekeert de overlevingskansen.

Op de Vlinderstudiedag van 29 november 2014 met als thema 'Een vlinderwereld in verandering' worden resultaten gepresenteerd van nieuw onderzoek rond de effecten van weer en klimaat op dag- en nachtvlinders. Inschrijven kan hier.

Tekst: Wouter Vanreusel, Natuurpunt Studie & Hendrik Moeremans, Natuurpunt
Foto: Marc Herremans & Robby Stoks