Bij met stuifmeel uitsnede

Neonicotinoïden: supergif voor landbouwleven

26-JUN-2014 - Een studie, uitgevoerd door 29 onafhankelijke wetenschappers van over de hele wereld, bevestigt dat de systemische pesticidengroep van de neonicotinoïden veel meer schade berokkent dan eerder werd gedacht. Wat nu?

Bericht uitgegeven door Natuurpunt Beleid [land] op [publicatiedatum]

Een studie, uitgevoerd door 29 onafhankelijke wetenschappers van over de hele wereld, bevestigt dat de systemische pesticidengroep van de neonicotinoïden veel meer schade berokkent dan eerder werd gedacht. Wat nu?

Neonicotinoïden worden preventief gebruikt om vraatschade aan teelten te vermijden. Ze zijn neurotoxinen: dat betekent dat ze op het zenuwstelsel inwerken. Blootstelling aan deze stoffen kan onmiddellijk dodelijk zijn. Maar door de lange afbraaktijd kan langdurige blootstelling aan kleine concentraties ernstige effecten hebben voor regenwormen, bijen en zelfs vogels.

Bestuivers als deze honingbij kunnen het slachtoffer worden van bespoten bloemen (foto: Bram Cornelissen)

In tegenstelling tot andere pesticiden, die op de oppervlakte van behandelde bladeren blijven, worden 'systemische pesticiden' als deze door de plant opgenomen: de giftige stoffen zitten in de bladeren, bloemen, wortels, stengels, pollen en de nectar. De plant neemt slechts een klein deel van die superpesticiden op, de rest spoelt weg in de bodem en naar de waterlopen, waardoor insecten, maar ook regenwormen en ander bodemleven in contact komen met het gif. 

Neonicotinoïden worden verkocht als een wondermiddel voor de landbouw, maar leveren in werkelijkheid een aanslag op de duurzaamheid van die landbouw: ze doden de bijen die instaan voor de bevruchting van gewassen en maken de bodem steriel en onvruchtbaar. Wereldwijd wordt het marktaandeel van deze pesticiden geschat op 40%. Hoeveel er hier in Vlaanderen gebruikt wordt en op welke teelten is niet geweten. Vlaanderen houdt geen gebruiksdata bij en phytofar wil haar data niet openbaar maken. In Vlaanderen worden de concentraties van neonicotinoïden in bodem en oppervlaktewater ook niet gemonitord.

Europees moratorium
Deze studie levert nieuw bewijs dat het tijdelijk moratorium dat Europa instelde op het gebruik van deze superpesticiden verlengd en uitgebreid moet worden. Neonicotinoïden horen niet thuis in de landbouw en al helemaal niet in tuinen. Natuurpunt vraagt dat het tijdelijk moratorium verlengd en uitgebreid wordt zodanig dat er een compleet Europees verbod komt op het gebruik van de 9 types neonicotinoïden, zowel in volle grond als in serres en voor alle teelten.

Het tijdelijk Europees moratorium op het gebruik van neonicotinoïden volstaat niet. Doordat de maatregel na twee jaar geëvalueerd wordt, is er op dit ogenblik grote onzekerheid over wat er zal gebeuren. Bovendien bevat het verbod heel wat uitzonderingen: zo mag er in serres wel nog gesproeid worden, waardoor de uitspoeling naar de bodem en verontreiniging van het oppervlaktewater blijft bestaan. Bovendien geldt het verbod voor 4 types van de neonicotinoïden, terwijl de 5 overige types wel nog gebruikt worden ondanks het feit dat ze even schadelijk zijn. 

Natuurpunt pleit voor een minimaal gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, in de eerste plaats moet er ingezet worden op maatregelen die de natuurlijke plaagbestrijding bevorderen, door meer natuurlijke elementen in het landbouwgebied te voorzien. Pesticiden moeten curatief ingezet worden in plaats van een preventief.

Tekst: Annelore Nys, Natuurpunt Beleid
Foto: Bram Cornelissen