Zuidelijke heidelibel

2014: een relatief rustig libellenjaar

De Vlinderstichting
29-DEC-2014 - Als we terugkijken op het afgelopen jaar 2014 dan zien we bij de libellen minder verrassingen dan de jaren ervoor. Er zijn geen nieuwe soorten gemeld, maar natuurlijk waren er wel wat opvallende zaken.

Bericht uitgegeven door De Vlinderstichting [land] op [publicatiedatum]

Als we terugkijken op het afgelopen jaar 2014 dan zien we bij de libellen minder verrassingen dan de jaren ervoor. Er zijn geen nieuwe soorten gemeld, maar natuurlijk waren er wel wat opvallende zaken.

De zuidelijke heidelibel is ook in 2014 weer goed aanwezig (foto: Richard Slagboom)Dit jaar zijn er weer redelijk veel locaties gemeld met zuidelijke heidelibellen. In meer dan dertig atlasblokken is deze zeldzame libel gemeld en deze liggen redelijk verspreid over het land. In 2013 was de soort op veel plekken opgedoken en de vraag was of dit zwervers waren of dat ze zich echt blijvend vestigden.

Dit voorjaar is een aantal kansrijke locaties bemonsterd op larven, helaas zonder resultaat. Wel doken er op 15 juni opeens twee kakelverse vrouwtjes van de zuidelijke heidelibel op in het Geuzenbos in Amsterdam. Zo vroeg in het jaar zijn ze nog nooit in ons land gezien. Het zijn vrijwel zeker imago’s die hier zijn opgegroeid, omdat ze amper konden vliegen. En dan blijkt dat het opeens snel kan gaan: zondag 22 juni werden er drie vrouwtjes gezien in Voornes Duin en drie andere in de Kennemerduinen! Een dag later doken twee niet uitgekleurde mannetjes op in het Zeeuws-Vlaamse Heikant. Ook in de Kennemerduinen werden er opnieuw gezien, nu wel vijf exemplaren. Ook daarna werd de soort van veel plekken gemeld.

Er zijn, ook in 2014, nieuwe populaties ontdekt van de gevlekte witsnuitlibel (foto: Kars Veling)De gevlekte witsnuitlibel kwam in Nederland voornamelijk voor in laagveengebieden en op een klein aantal locaties op de hoge zandgronden en in de duinen. In 2012 vond echter een grote invasie vanuit Oost-Europa plaats, waarbij de soort op vele nieuwe plekken verspreid door Nederland opdook. Vaak betrof dit maar een enkeling, maar soms ook meerdere exemplaren. De vraag was of de soort zich toen had voortgeplant. De larven van de gevlekte witsnuitlibellen leven twee jaar in het water alvorens als libel uit te sluipen en 2014 was dus het jaar van de waarheid. De soort is gemeld van meer dan 100 atlasblokken en dat betekent dat hij zich ook op veel nieuwe plekken heeft weten voort te planten. Dat kunnen we nog niet zeggen van de kleine tanglibel die in Noord-Brabant werd gezien deze zomer. Ondanks gericht zoeken kon, na de eerste melding, er geen meer worden gevonden. Hier gaat het dus waarschijnlijk om een zwerver.

Tekst: Kars Veling & Anthonie Stip, De Vlinderstichting
Foto’s: Richard Slagboom; Kars Veling