Twee nieuwe kiezelalgsoorten aangetroffen in Drentse wateren
Koeman en BijkerkIn een monster uit het Loodiep is een Pinnularia aangetroffen dat gedetermineerd is als P. latarea. Deze soort was eerder beschreven uit enkele visvijvers in de buurt van Erlangen in Beieren, Duitsland. Het Loodiep is een permanent langzaam stromende bovenloop op zandgrond (KRW-type 4) in de omgeving van Meppen, provincie Drenthe. Het monster is genomen op 9 maart 2016.
De andere ‘nieuwe’ diatomeeënsoort is aangetroffen in een monster uit het Loonerdiep. Het betreft de kiezelalgsoort Stauroneis pseudagrestis. Het Loonerdiep is een langzaam stromende middenloop op zandgrond (KRW-type 5) in de omgeving van Assen, provincie Drenthe. Het monster is genomen op 10 maart 2016.
Determinatie van de nieuwe soorten
Pinnularia latarea vertoont overeenkomsten met P. subanglica en P. rumrichae. Laatstgenoemde taxa zijn met een breedte van respectievelijk 7-8 µm en 6.8-7.5 µm echter duidelijk smaller dan P. latarea (breedte 8-10 µm). Ook de grootte en vorm van het axiale en centrale veld verschillen duidelijk. Bij P. subanglica is het axiale veld smal en het centrale veld rhombisch. P. rumrichae heeft ook een smal axiaalveld maar loopt dit geleidelijk over in een brede fascia. Bij P. latarea vormen het axiaalveld en het centraalveld een relatief groot lancetvormig veld met een brede fascia.
Stauroneis pseudagrestis vertoont overeenkomsten met S. anceps en S. agrestis en is in het verleden waarschijnlijk vaak met een van deze soorten verward. Stauroneis pseudagrestis is met een breedte van 6.5-7 µm veel smaller dan S. anceps (breedte 10-13 µm) maar breder dan S. agrestis (breedte 4-6 µm). Een andere soort dat veel op S. pseudagrestis lijkt is S. intricans. Stauroneis intricans heeft dezelfde afmetingen als S. pseudagrestis maar verschilt met name in de vorm van de fascia. Bij S. intricans verbreedt de fascia zich veel minder sterk als bij S. pseudagrestis.
Tekst en foto's: Koeman en Bijkerk