Grijze zwemkrab (Liocarcinus vernalis)

Grijze zwemkrab neemt toe langs Nederlandse Noordzeekust

Stichting ANEMOON
29-MRT-2017 - Bij het strandmonitoringproject werden onlangs krabben verzameld die door experts van museum 'Het Natuurhistorisch' werden herkend als Grijze zwemkrabben. Deze zuidelijke soort werd vroeger maar zelden aangetroffen. Deze winter spoelden de dieren op meerdere plaatsen aan. Hoewel er in het verleden niet standaard op is gelet, lijkt er wel sprake te zijn van een sterke toename.

In het Nederlandse kustgebied komen meerdere soorten zwemkrabben voor. Zwemkrabben zijn te onderscheiden van andere soorten krabben op basis van hun achterpoten (zwempoten). In plaats van puntig of zijdelings afgeplat, zijn de uiteinden steeds voorzien van ovaalronde zwemvliesjes of 'peddels' waarmee ze, afhankelijk van de soort, goed of matig goed kunnen zwemmen. De bekendste, meest algemene en vaak op de kust aanspoelende soort was altijd de Gewone zwemkrab (Liocarcinus holsatus). In het aanspoelsel van de afgelopen winter leek het echter bijna alsof de gewone in de minderheid was.

De Gewone zwemkrab. Een zwemkrab herken je meteen aan de achterste zwempoten. Die zijn niet puntig maar hebben ‘peddels’ of zwemvliesjes, waarmee de krab kan zwemmen. Het schild van de Gewone zwemkrab is vaak grijsachtig blauw tot zandkleurig bruin, met oranje poten en scharen. Het schild van de Grijze zwemkrab is vaak gemarmerd met zandkleurige poten (zie leadfoto)

Verschillen

De Grijze zwemkrab  (Liocarcinus vernalis) kan, hoewel hij iets kleiner blijft (rugschildbreedte tot 40 millimeter), gemakkelijk worden aangezien voor een Gewone zwemkrab. Maar er zijn verschillen:

  • Tanden. Beide krabben hebben vooraan op het rugschild tussen de ogen drie puntig uitstekende tanden. Bij de Gewone zwemkrab is de middelste tand langer dan de twee buitenste. Bij de Grijze zwemkrab zijn de drie tanden ongeveer even lang.
  • Kleur. Het schild van de Gewone zwemkrab is glad en meestal egaal van kleur. Het schild van de Grijze zwemkrab is meestal gemarmerd.

Kenmerken van de Gewone zwemkrab (links): schild glad en egaal van kleur, drie tanden tussen de ogen, waarvan de middelste langer is dan de twee buitenste. Kenmerken van de Grijze zwemkrab (rechts): schild meestal gemarmerd, drie gelijke puntige tanden tussen de ogen

  • Zwempoot. Het vierde lid van de zwempoot, vanaf de buitenkant gerekend (zie pijltjes) is bij de Gewone zwemkrab maximaal 1,5 keer zo lang als breed, bij de Grijze zwemkrab is deze twee keer zo lang als breed.

Kenmerken van de Gewone zwemkrab (links): vierde lid van de zwempoot is 1,5 keer zo lang als breed. Kenmerken Grijze zwemkrab (rechts): vierde lid van de zwempoot is twee keer zo lang als breed

Zuidelijke soort

Grijze zwemkrabben leven net als Gewone zwemkrabben op zandbodems vanaf iets beneden de laagwaterlijn tot een diepte van 100 meter of meer. Als oorspronkelijk leefgebied werden altijd meer zuidelijke streken genoemd. Globaal gezien loopt de verspreiding vanaf het zuidelijkste deel van de Noordzee tot de Afrikaanse westkust bij Mauritanië, de Middellandse Zee en de Zwarte Zee. In België en Nederland leven de dieren aan de rand van hun verspreidingsgebied. Hier waren ze altijd schaars en na strenge winters zelfs vaak geheel verdwenen. Het nu algemene aanspoelen lijkt een aanwijzing dat ook voor deze krab zou kunnen gelden dat ze haar verspreidingsgebied aan het uitbreiden is in noordelijke richting.

Oorzaak

Het is niet uitgesloten dat de Grijze zwemkrabpopulatie in de kustzone de afgelopen winter flink is uitgedund. Toch is de kans aanwezig dat de komende jaren zal blijken dat de noordwaartse opschuiving een meer permanent karakter heeft. Er is immers sprake van opwarming van het zeewater. We hebben bovendien een aantal milde winters gehad, zodat zuidelijke soorten zich gemakkelijk qua gebied en qua aantallen konden uitbreiden. Ze blijven echter dan nog wel gevoelig voor plotselinge koude perioden. In Zeeland zagen duikers van het MOO, een ander monitoringsproject van Stichting ANEMOON, nog nooit zoveel exemplaren van de Fluwelen zwemkrab als deze zomer. Ook van deze krabbensoort is bekend dat de kustpopulatie het moeilijk heeft tijdens plotselinge koudeperioden. De dieren worden dan traag en sterven bij bosjes, zeker als er een stevige storm opsteekt. Alleen in dieper water in de Noordzee blijft dan een populatie over.

Spiegel

En zo houden plotselinge gebeurtenissen, zoals de afgelopen en nog steeds aanhoudende winteraanspoelingen, ons op een unieke wijze een spiegel voor uit het kustnabije Nederlandse deel van de Noordzee. Gecombineerd met de standaardtellingen in de voorafgaande en navolgende perioden, houden we met strandmonitoring zicht op verschuivende verspreidingspatronen en andere veranderingen in populaties.

Stichting ANEMOON en ook museum Het Natuurhistorisch, willen graag meer weten over het voorkomen van deze krab op de Nederlandse stranden en voor de kust. In 2017 besteden we meer aandacht aan de voorlichting over deze soort, met onder andere een artikel in het komende nummer van Zoekbeeld (de nieuwsbrief van ANEMOON). Zo leren de deelnemers van het SMP (Strandaanspoelsel Monitoring Project) ook deze soort beter te herkennen.

Oproep

Graag roepen we iedereen op om zwemkrabben wat beter te bekijken en vondsten van de Grijze zwemkrab door te geven via Telmee.nl of direct aan Stichting ANEMOON zodat deze getoond kunnen worden op Verspreidingsatlas.nl. Daarbij zijn foto's en afmetingen van het rugschild erg welkom. De Grijze zwemkrab kan niet alleen verward worden met de gewone, maar ook met de gemarmerde zwemkrab. Meer informatie over de verschillen vindt u in het zojuist verschenen artikel in Zoekbeeld 7(1): De Grijze Zwemkrab herkennen: iedereen kan het leren! (pagina 26).

Tekst: Ellen van der Niet, SMP-project 'Strandwacht Katwijk-Noordwijk' en Stichting ANEMOON, Bram Langeveld en Steven Campbell, Het Natuurhistorisch
Foto's: Ellen van der Niet (leadfoto: van de zuidelijke Grijze zwemkrab is het verspreidingsgebied de laatste jaren naar het noorden opgeschoven. Deze winterperiode spoelde hij veel aan op onze Noordzeekust. Blijven ze bij ons, of was de kou te erg?); Steven Campbell