Geveld hout

Oogst van takken en boomtoppen kan tot verarming van droge zandgronden leiden

Wageningen Environmental Research
27-NOV-2017 - Er is de afgelopen jaren een markt ontstaan voor toepassing van laagwaardig hout als brandstof en binnenkort mogelijk voor bioraffinage. Diverse bosbeheerders spelen hier op in door naast stamhout ook tak- en tophout te verkopen. Nieuwe berekeningen laten zien dat de extra oogst kan leiden tot een verdubbeling van de afvoer van belangrijke nutriënten waardoor deze gronden kunnen verarmen.

Hoewel er in Nederlandse bossen een overmaat aan stikstof (N) is, zijn andere belangrijke nutriënten, zoals fosfor (P) en de basische kationen kalium (K), calcium (Ca) en magnesium (Mg), maar beperkt beschikbaar. Door verhoging van het oogstniveau en door ook tak- en tophout te oogsten wordt de afvoer van deze nutriënten verhoogd. Dit kan leiden tot afname van de beschikbare voorraad van deze voedingstoffen op vooral de arme(re) zandbodems. Deze nutriënten zijn van belang voor de productiviteit (van hout) en de vitaliteit van het bos. Het effect van oogst van stamhout en tak- en tophout op de balans van de nutriënten P, K, Ca en Mg is berekend op basis van de aanvoer door depositie uit de lucht en door verwering van de bodem en van de afvoer door houtoogst en uitspoeling naar het grondwater. De berekeningen zijn gemaakt voor diverse boomsoorten, oogstniveaus, bodemtypen en regio’s.

Nederlandse bomen hebben minder fosfor en basen dan buitenlandse

Meetgegevens laten zien dat de gehalten in het Nederlandse hout gemiddeld afwijken van die in het buitenland (Figuur 1). De gehalten van N zijn hoger, terwijl die van P, K, Ca en Mg lager zijn. Dit is te verklaren vanuit de hoge stikstofdepositie in ons land, en de verzuring waardoor de andere nutriënten uitspoelen. Zoals hierboven beschreven kijken we met de gehalten nutriënten in het hout voor een deel terug in de tijd. Voor nieuwe generaties bomen die onder de huidige omstandigheden groeien, zijn deze verschillen wellicht nog groter.

Figuur 1. Verschil in nutriëntgehalten tussen bomen in Nederland en buitenlandse gegevens. Een positief percentage betekent een hoger gehalte in Nederland; een negatief percentage een lager gehalte

Tot twee keer zo veel nutriënten afgevoerd

In Figuur 2 is een voorbeeld gegeven van een aan- en afvoerbalans over een omloop van 100 jaar van eik, met een oogst van 700 kubieke meter per hectare stamhout (7 kubieke meter per hectare per jaar) voor een matig arme zandgrond in het midden van het land. De figuur laat zien dat er bij een oogst van 7 kubieke meter per hectare per jaar meer P, K en Ca met oogst wordt afgevoerd dan er vanuit de depositie en verwering minus uitspoeling nog resteerde, waarmee de beschikbare voorraad afneemt (rode blokjes in de figuur), terwijl dit voor Mg niet het geval is (groene blokje in figuur). Als er naast stamhout ook (bij de eindkap) tak- en tophout wordt geoogst, wordt er duidelijk meer afgevoerd. Bij eik en beuk is de extra afvoer door oogst van dat tak- en tophout 'slechts' 10 tot 30%. Maar bij Douglas wordt grofweg het dubbele afgevoerd als takhout (met naalden) bij de eindvelling wordt geoogst.

De bijdrage van houtafvoer aan bodemverzuring door verlies van onder andere K, Ca en Mg uit de bodem is veelal vergelijkbaar met de uitspoeling naar het grondwater. Die uitspoeling is vooral het gevolg van zure depositie door zwavel en stikstof verbindingen. Door die depositie spoelt nitraat en sulfaat uit en die nemen onder andere kalium, calcium en magnesium mee. Daarnaast wordt echter ook aluminium meegenomen en daardoor is de bijdrage van zure depositie aan de verzuring toch nog altijd aanzienlijk hoger dan van houtoogst.

Figuur 2. Aan- en afvoer over een omloop van 100 jaar van eik voor stamhout 700 kubieke meter per hectare in Midden Nederland op een matig arme zandgrond. Bij P is de schaalbalk (y-as) vergroot

Brochure

In de brochure “Houtoogst in relatie tot nutriëntenvoorraden in bossen op droge zandgronden” wordt voor de zeven verschillende boomsoorten in de vier regio’s aangegeven of er op zandbodems tekorten kunnen ontstaan aan P, K, Ca en Mg afhankelijk van het oogstniveau. De onderscheiden boomsoorten zijn berk, beuk, eik, Douglas, fijnspar, grove den en lariks. Bij bodems is onderscheid gemaakt in arme, matig arme en rijke zandgronden. De beschouwde regio’s zijn Noord-, Oost-, Midden- en Zuid-Nederland. De gebruikte gegevens zijn afkomstig uit de literatuur en modellen en er zijn aanvullende metingen verricht aan de nutriëntgehalten in de bodem en in het stam- en takhout.

Voor elke combinatie van boomsoort, oogstniveau en bodem is per regio aangegeven of daarbij de beschikbare voorraad nutriënten kan toenemen, gelijk blijft of kan afnemen. Andere duurzaamheidsaspecten van het bos, zoals biodiversiteit, duurzame oogst en bosontwikkeling, recreatieve beleving, de bijdrage van bosgebieden aan wateropvang, luchtkwaliteit en dergelijke zijn niet meegenomen.  Het onderbouwend onderzoek voor deze brochure en het bijbehorende achtergrondrapport is gefinancierd door het ministerie van Economische Zaken en de Vereniging van Bos- en Natuureigenaren (VBNE).

Tekst: Wim de Vries, Wageningen Environmental Research (Alterra)
Figuren en foto: Anjo de Jong, Wageningen Environmental Research (Alterra)                     

Meer informatie: