Een grootoorvleermuis onder de snelweg
ZoogdierverenigingOm snelwegen geen barrière te laten zijn voor wilde dieren, worden voorzieningen voor fauna aangebracht. Bekend zijn ecoducten en faunatunnels.
Vleermuizen kunnen vliegen, en soorten als de rosse vleermuis (type gierzwaluw maar dan in de nacht) vliegen probleemloos over een weg heen. De gewone grootoorvleermuis is echter als het ware gemaakt om langzaam dicht op en door vegetatie te vliegen; en heeft juist moeite om een snelweg over te steken.
Onderdoorgangen onder de snelweg voor gemeentelijke wegen, maar zeker faunatunnels helpen de passeerbaarheid van de weg voor zulke vleermuissoorten te behouden. Faunatunnels worden dan ook mede voor vleermuizen aangelegd.
De gewone grootoorvleermuis is een soort is die heel makkelijk door nauwe ruimtes kan vliegen, zelfs ruimtes die veel kleiner zijn dan deze tunnel. We kijken er dus niet van op dat de soort gebruikt maakt van de tunnel. Maar dat de passage zo mooi werd vastgelegd met de cameraval is nog maar zelden gebeurd.
Vleermuis onder de A12 (Bron: Heijmans)
Voor nadere informatie over vleermuizen en wegen zie:
- Met vleermuizen overweg (Pdf: 4.4 MB)
- Safe bat paths documents, Department of Bioscience, Aarhus University
- Projecten zoogdieren en wegen, Jasja Dekker Dierecologie
Tekst: Vilmar Dijkstra en Herman Limpens, Zoogdiervereniging; David Sietses en Jan Borst, Ecogroen; Jan Willem Burgmans, Heijmans; Maikel Aragon van den Broeke, Rijkswaterstaat
Foto: Paul van Hoof
Film: Heijmans