Vanuit een open stootvoeg uitvliegende rosse vleermuis

Rosse vleermuizen: ook in gebouwen

Zoogdiervereniging
29-MEI-2021 - Onlangs telden vleermuiswerkers ruim tweehonderd uitvliegende rosse vleermuizen bij een flat in Amersfoort. Niet alleen een bijzonder hoog aantal, maar ook een unieke locatie. Rosse vleermuizen kennen we in Nederland namelijk als een typisch boomholtebewonende vleermuis. Toch worden ze hier de laatste jaren ook in gebouwen aangetroffen. Een nieuw fenomeen, of eerder over het hoofd gezien?

241 rosse vleermuizen

De verblijfplaats in de flat werd in 2015 ontdekt toen een bewoner zich bij de Vleermuiswerkgroep Amersfoort (VLAM) meldde: ”Vanaf mijn balkon zie ik altijd veel vleermuizen uit de muur komen, willen jullie eens komen kijken?” Later die week telden leden van de werkgroep de uitvliegers. 1,2,3,10,30,50… Uiteindelijk stopte de teller in 2015 op maar liefst 126 uitvliegende rosse vleermuizen.

Half mei 2021 gingen ecologen en veldmedewerkers van het Amersfoortse adviesbureau Ecogroen ’s avonds op pad voor de jaarlijkse introductie van het vleermuisseizoen. Toen de onderzoekers even voor het donker bij de betreffende flat aankwamen, waren de vleermuizen al goed te horen, zelfs met het blote oor. Rond zonsondergang begonnen de vleermuizen uit te vliegen. Het aantal was deze keer onovertroffen: in een half uur tijd vlogen maar liefst 241 grote vleermuizen uit de verschillende kopgevels! Er zaten zeker enkele laatvliegers tussen (een andere grote vleermuissoort), maar veruit de meeste waren rosse vleermuizen, te oordelen aan de luide tweetonige roep, smalle vleugels en snelle vlucht. Op een lagere verdieping kwamen ook enkele gewone dwergvleermuizen uit de muur. Op het hoogtepunt vlogen de vleermuizen in groepjes uit en klonk uit de vleermuisdetectors een pandemonium van knallende en ploppende geluiden. In de zes jaar sinds de ontdekking is de kolonie dus bijna verdubbeld (en dan moeten de jongen van dit jaar nog geboren worden!).

Om dit object in te laden dien je marketing-cookies te accepteren.

Uitvliegende rosse vleermuizen uit een flatgebouw in Amersfoort (Bron: Zomer Bruijn)

Het gebouw is een zorgflat bestaande uit drie geschakelde torens van vijf, acht en negen woonlagen. Een bijzonder kenmerk van het gebouw is dat de spouwopeningen, de zogenaamde ‘open stootvoegen’ zeer groot zijn, soms wel circa vijf centimeter breed.

Vóór 2015 zijn er bij het gebouw ook waarnemingen van uitvliegende vleermuizen gedaan, maar dat was toen een klein aantal laatvliegers. Hoewel een direct verband niet kan worden aangetoond, is het opmerkelijk dat enkele jaren voordat deze groep rosse vleermuizen intrek nam in het gebouw, er in een park dichtbij 1800 bomen zijn gekapt. Waaronder ook bomen met verblijfplaatsen van rosse vleermuizen.

Tijdens de telling werden we aangesproken door een aantal flatbewoners die toevallig langskwamen: “Oh, zijn de vleermuizen er weer? Wat leuk!

De rosse vleermuis als boom- én gebouwbewoner

Hoewel de vondst van deze kolonie rosse vleermuizen bijzonder is, staat de vondst van een verblijfplaats van rosse vleermuizen in een gebouw niet op zichzelf. Tot circa 1995 was de schoorsteen van een zwembad in Naarden de enige bekende verblijfplaats van rosse vleermuizen in een gebouw, met in juli 1986 een recordaantal van 249 uitvliegende dieren. Naast de flat in Amersfoort zijn er recent ook op andere plekken verblijfplaatsen van rosse vleermuizen in gebouwen aangetroffen. In Steenwijk bleek in 2015 een populatie van naar schatting 120 volwassen rosse vleermuizen te huizen in een woonwijk. Waarnemingen van bewoners geven aan dat deze groep daar waarschijnlijk al 25 jaar zit. En in 2011 vonden Theo Douma en Daniel Tuitert - naar aanleiding van een melding van gevonden vleermuizen - circa zestig rosse vleermuizen overwinterend in een woonhuis nabij Hoogeveen.

De vondsten van rosse vleermuizen in gebouwen in Nederland lijken uniek, maar in Midden- en Oost-Europa staat de rosse vleermuis bekend als een echte boom- en-gebouwbewoner. Beschrijvingen van kraamgroepen, maar ook van grote groepen overwinterende rosse vleermuizen, in kieren in dalbruggen of in spouwmuren en dilatatievoegen van gebouwen (vooral hoogbouw) zijn redelijk algemeen.

De rosse vleermuis is één van de grootste vleermuizen van Nederland

Nieuw fenomeen of vaker over het hoofd gezien?

Rosse vleermuizen als gebouwbewoner, het komt in Nederland misschien wel vaker voor dan we denken. Doordat de echolocatie van uitvliegende en invliegende rosse vleermuizen op het eerste gehoor erg lijkt op die van de laatvlieger, is de kans aanwezig dat de dieren bij andere verblijfplaatsen voor laatvliegers worden aangezien. Het verschil is het best hoorbaar als de dieren wat verder van het gebouw verwijderd zijn.

De vondsten van deze grote groepen in gebouwen in Nederland geven aan dat we de rosse vleermuis naast boombewoner ook als gebouwbewoner moeten zien. Het is duidelijk dat gebouwen als deze in Amersfoort en die in de woonwijk in Steenwijk belangrijk zijn en goed beschermd moeten worden om de lokale populaties te behouden en hopelijk verder te laten groeien. Aan vleermuisonderzoekers dus de oproep: wees alert bij vondsten van verblijfplaatsen waarbij je dieren op basis van de uitvlieg- en invlieggeluiden determineert als laatvliegers of tweekleurige vleermuizen… het zouden namelijk ook rosse vleermuizen kunnen zijn. 

Rosse vleermuis (Nyctalus noctula)

De rosse vleermuis is met zijn spanwijdte van 32 tot 40 centimeter en gewicht van 17 tot 47 gram één van de grootste vleermuizen van Nederland. Alleen de vale vleermuis is groter. De rosse vleermuis is voornamelijk een boomholtebewonende vleermuis, maar de soort wordt dus ook wel in spleten van gebouwen aangetroffen. In de kraamtijd (half mei tot half juli) vormen vrouwtjes kraamgroepen van gemiddeld twintig tot zestig dieren. Een rosse vleermuisvrouwtje krijgt één jong per jaar, soms twee (een tweeling). In de nazomer bezet ieder mannetje een territorium en probeert deze vrouwtjes naar zijn paarplaats te lokken. In de winter overwinteren rosse vleermuizen in boomholten, maar ook wel in spleten van gebouwen en bruggen. Een deel van de Nederlandse dieren trekt in de herfst naar het zuiden. Mogelijk komen rosse vleermuizen uit Scandinavië en Noordoost-Europa in de winter naar Nederland. Individuen en kleine groepen laten zich regelmatig in vleermuiskasten aan bomen zien, maar (grote) kraamgroepen of bij vorst overwinterende dieren in vleermuiskasten zijn in Nederland zeldzaam. Rosse vleermuizen eten vooral grote insecten, zoals nachtvlinders, schietmotten, langpootmuggen en meikevers.

Lees hier meer over de rosse vleermuis.

De rosse vleermuis is in Nederland vooral bekend als een bewoner van boomholten

Tekst: Mark Hoksberg, Ecogroen; Erik Broer, Vleermuiswerkgroep Amersfoort; Erik Korsten & Marjolein van Adrichem, Zoogdiervereniging
Foto’s: Erik Broer
Film: Zomer Bruijn, Vleermuiswerkgroep Amersfoort