overleg gentiaanblauwtje - primair

Werk aan de winkel voor het gentiaanblauwtje

De Vlinderstichting
27-SEP-2021 - Het gaat slecht met het gentiaanblauwtje in Nederland, maar met maatwerk en nieuwe kennis moeten we de soort kunnen behouden. Afgelopen week kwamen daarom onderzoekers, beheerders en vrijwilligers op het Dwingelderveld bij elkaar om de stand van zaken, nieuwe inzichten en kansen te bespreken.

Het gentiaanblauwtje heeft het moeilijkHet gentiaanblauwtje geldt als het vlaggenschip van soortenrijke natte heiden en schraallanden, maar die vlag hangt bijna halfstok. Sinds 1990 zijn we 84 procent van de populaties kwijtgeraakt. Alleen de grotere blijven nu nog over. De vlinder is uitstekend aangepast aan een stabiele omgeving, maar niet bestand tegen alle menselijke invloeden. Na de ontginningen eisten verdroging door ontwatering, vermesting en verzuring hun tol. Door te grootschalig uitgevoerd herstelbeheer sneuvelden nog meer populaties. De klimaatextremen van de afgelopen jaren zorgden voor verdere verliezen. In Drenthe komt het gentiaanblauwtje nog in vier gebieden voor. Daar is nu onderzocht wat de omvang en de kwaliteit van het leefgebied zijn. Ook zijn plekken in de omgeving meegenomen die verlaten zijn, maar kansen voor terugkeer bieden. Behalve over de waardplant -de klokjesgentiaan- is ook veel nieuwe informatie over het voorkomen van de waardmieren in terreinen verzameld. De waardmieren spelen namelijk een crucialere rol voor de overleving dan eerst werd gedacht. Eén van de factoren die belangrijk is voor het integreren in waardmiernesten is welke ‘geur’ de mieren en de rupsen van het gentiaanblauwtje hebben. Hoe meer de rups op de mieren lijkt, hoe beter hij geaccepteerd en verzorgd wordt, en hoe beter de overleving tot het volgende jaar is. Science4Nature heeft samen met IBED-UvA de geurprofielen onderzocht, waaruit nu blijkt dat de rups het meest lijkt op de zeldzaam geworden bossteekmier, en veel minder op de wijder verbreide moerassteekmier. Vooral in tijden van klimaat- of voedselstress verwachten we dat de toename van moerassteekmieren in veel terreinen problemen oplevert voor de overleving van de rupsen.

Onderzoek levert nieuwe gegevens voor effectieve bescherming van het gentiaanblauwtjeOok de genetische variatie en de mate van inteelt in de populaties van het gentiaanblauwtje is onderzocht. Kennis hierover is essentieel wanneer in de toekomstplannen voor herintroductie worden voorbereid. Zover is het nog niet. In het veld is nu verkend waar terreinbeheerders en vrijwilligers elkaar kunnen aanvullen op de weg naar herstel. Vrijwilligers zijn niet alleen heel belangrijk bij de monitoring van de populaties. Ze zijn ook actief bij handmatig werken aan kleinschalig herstel en uitbreiding van leefgebied. Dit maatwerk blijkt voor het gentiaanblauwtje effectief te zijn en is voor de terreinbeheerders dus een welkome bijdrage. Landschapsbeheer Drenthe biedt ondersteuning aan deze vrijwilligersgroepen. 

Met nieuwe kennis, extra handen en verbeterde samenwerking hopen we zo het gentiaanblauwtje er weer bovenop te kunnen helpen!

Hier een filmpje over dit project van RTV Drenthe.

Dit project wordt mogelijk gemaakt door financiële steun van de provincies Drenthe, Gelderland, Noord-Brabant en Overijssel, het Prins Bernhard Cultuurfonds en de Uyttenboogaart-Eliasen Stichting.

Tekst: Michiel Wallis de Vries, De Vlinderstichting & Sheila Luijten, Science4Nature
Foto’s: Michiel Wallis de Vries; Kars Veling