Juncus marginatus, een tweede Amerikaanse rus in korte tijd
FLORONJuncus marginatus
Juncus marginatus heeft haar natuurlijke verspreiding in Noord-Amerika, van Canada tot in het zuidoosten van Texas, in Centraal-Amerika en in Zuid-Amerika in Venezuela, Zuidoost-Brazilië, Paraguay, Uruguay en Argentinië. Daar groeit ze in open moerassen op zowel zand, klei als veen. Voor zover bekend is de recente vondst bij Eindhoven de tweede keer dat deze Amerikaanse rus in Europa is opgedoken. De eerste vondst was in Noord-Italië in 2003.
De plant behoort tot de sectie Graminifolii, een groep russen waarbij het blad grasachtig is en waarbij binnen in het blad geen tussenschotjes aanwezig zijn. Dat is als je de plant ziet het meest opvallend. In het Engels heet de plant dan ook Grass-leaf rush. Met tot vijf grasachtige bladeren aan de iets afgeplatte bloeistengel en de open bloeiwijze waarin de bloemen in kleine groepjes staan, oogt de plant nogal typisch. Ook heeft de plant ondergrondse wortelknolletjes. Die wortelknolletjes stellen de plant in staat ook in extremere omstandigheden te overleven.
Invasief karakter
Juncus marginatus is de tweede Amerikaanse rus in korte tijd die in Nederland in een overeenkomstig milieu is opgedoken en waarvan het moeilijk te achterhalen is hoe ze nu exact hier is beland. In beide gevallen ligt het voor de hand dat menselijke activiteit hierbij een rol heeft gespeeld. Eerder, in 2017, werd Amerikaanse moerasrus (Juncus acuminatus) gevonden bij Huis ter Heide bij Tilburg. De soort bleek daar intussen met honderdduizenden exemplaren voor te komen. Gezien het feit dat de plant zich vooralsnog niet te dominant gedraagt ten opzichte van de inheemse flora, en in verband met de grote aantallen te verwachten hoge kosten, is hier vooralsnog niet tot bestrijding overgegaan.
Bij de eerste ontmoeting met Juncus marginatus werd verondersteld dat het maar een paar planten betrof, maar na nieuwe bezoeken bleek het hier al gauw om duizenden planten te gaan. In deze prille situatie weten we in principe nog onvoldoende hoe deze nieuwkomer zich zal gaan gedragen. De soort kan (mede) door de aanwezigheid van wortelknolletjes als mogelijk invasief worden beschouwd. Omdat de huidige populatiegrootte van zodanige omvang is dat bestrijden nog uitvoerbaar en betaalbaar is, is in overleg met Naturalis en het NVWA besloten om tot verwijderen over te gaan. Hierbij speelt ook een rol dat de soort in een kwetsbaar milieu is aangetroffen, namelijk op vochtig voedselarm zand, met kritische soorten als Kleine zonnedauw, Moeraswolfsklauw, Bruine snavelbies, Wijdbloeiende rus en Draadgentiaan. In samenwerking met het Brabants Landschap, eigenaar van het terrein, zijn de planten intussen verwijderd. Nacontrole is gewenst, want russen hebben lang levende zaden, die opnieuw kunnen kiemen bij het naar boven komen van de zaadbank.
Tekst: Sipke Gonggrijp & Geert Peeters
Foto's: Sipke Gonggrijp