Waterlelie

Inheemse planten: witte waterlelie

Hortus botanicus Leiden
6-AUG-2023 - Spannend moment in de vijver van Botanische Tuin Arboretum Oudenbosch. Een kleine vis is, vermoedelijk op de vlucht, uit het water opgesprongen en per ongeluk beland op een waterlelieblad. Een toevallig passerend waterhoentje is er als de kippen bij. Hap, slik, weg. Het waterhoentje verdwijnt voldaan tussen de hoog opstaande leliebladen en de vijver is weer spiegelglad.

De glanzende vijver met waterlelies in Arboretum Oudenbosch werd in 1899 gegraven als schaatsvijver voor de broeders en internaatleerlingen van het Instituut Saint-Louis. Daar valt veel meer over te zeggen, maar het gaat ons hier om de waterlelies. De witte waterlelie was van de veertig genomineerden voor de verkiezing Nationale Bloem. De waterlelie werd gezien als gedoodverfd winnaar, maar moest het madeliefje op ruime voorsprong laten passeren. De koele schoonheid van de waterlelie lag kennelijk minder na aan het hart. Maar er zijn ook liefhebbers. Frederik van Eeden (1860-1932) dichtte: ‘Ik heb de witte water lelie lief, / daar die zo blank is en zo stil haar kroon / uitplooit in 't licht. Rijzend uit donker-koelen vijvergrond, / heeft zij het licht gevonden en ontsloot / toen blij het gouden hart. Nu rust zij peinzend op het watervlak / en wenst niet meer...' De naam Nymphaea komt van nymphe, waternimf. Zeer mooie mytische wezens, dochters van de riviergoden.

Meerkoet en waterlelies in een stadsgracht - dus niet het waterhoentje uit dit artikel.

Waterlelie in het boek Flora von Deutschland Österreich und der Schweiz (1885)

Familie

Wereldwijd telt de waterleliefamilie (Nymphaeaceae) zo'n zestig soorten. Daarvan komen er drie in Nederland voor: de witte waterlelie (Nymphaea alba), de noordelijke waterlelie (Nymphaea candida) en de gele plomp (Nuphar lutea). Stoepplanten zijn er in de waterleliefamilie niet te vinden, maar stadse watertjes worden vaak opgefleurd door waterlelies en gele plompen. Het verschil tussen waterlelie en plomp kan tijdens de bloei niet missen, maar wilt u weten of u met de zeldzame noordelijke waterlelie of met de gewone witte te doen hebt, probeer dan de determinatiehulp. Wonderlijk genoeg behoren waterlelies evolutionair gezien tot de oudste bloemplanten. 

Blad en bloem

Waterlelies zijn overblijvend: de wortelstok overwintert, de rest sterft af. De waterlelie maakt ronde, drijvende bladeren met een gave rand en diep hartvormig ingesneden voet. De gele plomp maakt wat langwerpiger bladen. Ook de nerven verschillen: bij de witte waterlelie takken de zijnerven bij de bladrand rechthoekig af en zijn met elkaar verbonden. De nerven van de gele plomp vertakken zich drie keer gaffelvormig. Beide planten hebben blad dat plat op het water drijft, maar als er later in het seizoen heel veel blad is dan gaat het boven het water uitsteken - vandaar dat het waterhoentje in Oudenbosch tussen het blad kon verdwijnen. Lucht gaat door de steel naar de wortelstok via luchtkanalen.

Waterlelie en plomp, houtsnede in  het Cruijde Boeck van Rembert Dodoens

 

De bloemen zijn zo'n vijftien centimeter groot. Ze drijven op het water, hebben vier kelkbladen, veel kroonbladen en veel meeldraden. Bij somber weer en 's nachts zijn ze gesloten. Bestuivers zijn bijen, vliegen en kevers, maar zelfbevruchting schijnt het meest voor te komen. Als de bevruchting geslaagd is buigt de vrucht zich onder water. Als het moment daar is drijven de zaden weg om tenslotte te zinken en te ontkiemen. Die vruchten, groene bolletjes met littekens, krijg je dus nooit te zien tenzij je vanuit een kano of roeiboot ze boven water tilt.

Voorkomen

Waar waterlelies groeien, is de waterkwaliteit niet al te beroerd. Het moet een metertje diep zijn, maar niet dieper dan een meter of drie. Langer kunnen de stelen waar de bloemen of bladeren aan groeien niet worden. De waterlelie bloeit wit tot roze. Ziet u dieproze exemplaren of waterlelies met erg donker blad, dan zal die plant gegroeid zijn uit zaad of een weggedreven stek van een een gekweekte moederplant. Al in 1875 worden er waterlelies met verschillend gekleurde bloemen gekweekt, door de Franse kweker Bory Latour-Marliac. Kunstenaar Monet zou deze bloemen gezien hebben op een tentoonstelling in Parijs, en plaatste er een aantal bij zijn huis. Dat heeft de prachtigste schilderijen opgeleverd.

Wilt u zich zelf verlustigen aan waterlelies in de meest schitterende kleuren, bezoek dan de Leidse Hortus. Horticultureel medewerker Theo Teske is gespecialiseerd in waterlelies, en in het kader van het jaarthema ‘Water’ van de Leidse Hortus heeft hij allerlei bijzonderheden geplant. Met wat geluk treft u ook bloeiende lotus of heeft de Victoriawaterlelie een bloem.

De vijver en theekoepel in Arboretum Oudenbosch

's Morgens bloemen gesloten

Al voor de vorst de waterlelie uit zicht verdrijft, slaan waterleliemot en waterleliehaantje hun slag en doen zich te goed aan het blad. Waterleliehaantjes zijn zo verstandig om bij hun knaagwerk de bladbodem heel te laten, zodat ze droge voeten houden. Maar nu zijn de waterlelies nog mooi. Kijk eens rond in uw buurt of maak een wandeling in Arboretum Oudenbosch. Behalve waterlelies en waterhoentjes kunt u daar boomblauwtjes, kleine vuurvlinders, allerlei bijen en libellen tegenkomen. En natuurlijk een prachtige collectie bomen. Blijf op de hoogte van wat er in de Nederlandse botanische tuinen gebeurt: kijk in de agenda en schrijf u in voor de maandelijkse nieuwsbrief.

Waterlelies op het guisveld

Tekst en foto's: Hanneke Jelles, Hortus botanicus Leiden (leadfoto: bloem van de witte waterlelie)
Afbeeldingen: Otto Wilhelm Thomé; Rembert Dodoens