
Landelijk herstelprogramma voor Natura 2000 in Brabant gaat nieuwe fase in
Provincie Noord-BrabantIn 2021 startte de Rijksoverheid al met de eerste fase van het Landelijk Programma Natuur (LPN). Ze stelde een kleine drie miljard euro beschikbaar voor de landelijke aanpak van deze problematiek.
Noord-Brabant kent 21 van dit soort kwetsbare en extra beschermde natuurgebieden, 17 hiervan zijn stikstofgevoelig. “Dat investeringen bijdragen aan het herstel van de Brabantse natuur, staat buiten kijf”, zegt Daan Custers. De ecoloog van de provincie Noord-Brabant is vol vertrouwen. “Herstel en versterking van Natura 2000-gebieden is hét belangrijkste criterium bij de aanvraag van subsidie voor fase 2.”
Stikstofdeken
Het gaat niet goed met de Nederlandse natuur. Uit de twee jaar geleden verschenen Natuurdoelanalyses bleek nogmaals dat de natuur verslechtert. Belangrijke oorzaken voor deze achteruitgang zijn onder meer verzuring, vermesting en verdroging. Ook ligt in Brabant een deken van stikstof over het landschap, als gevolg van de uitstoot door landbouw, industrie en mobiliteit. Plantensoorten verdwijnen en de natuurlijke leefomgeving van dieren wordt bedreigd. Niet alleen de biodiversiteit heeft hieronder te lijden. Het beïnvloedt ook het klimaat, het milieu en onze leefomgeving, gezondheid en economie. Het is heel lastig om natuurvergunningen te verstrekken voor activiteiten die stikstof uitstoten zoals landbouw, woningbouw en de aanleg van infrastructuur.
Samenhang met gebiedsgerichte aanpak
Om al die belangen goed af te wegen, is volgens Custers rond de meeste Brabantse Natura 2000-gebieden gestart met een gebiedsgerichte aanpak (GGA). Diverse belanghebbende partijen – naast de provincie onder meer gemeenten, waterschappen, terreinbeherende organisaties en ZLTO – zitten hierbij aan tafel. Samen zoeken ze naar slimme combinaties van oplossingen voor een sterkere natuur, voldoende water met een betere kwaliteit, een goede bodem en toekomst voor de landbouw. “De GGA sluit aan op waar het LPN mee bezig is. Ze zijn afhankelijk van elkaar”, weet de ecoloog.
Als grootste uitdaging noemt hij het creëren van draagvlak voor natuurherstelprojecten. “Zeker als het projecten betreft buiten de Natura 2000-gebieden in het landelijk gebied waar verschillende belangen schuren. Daar is een belangrijke rol weggelegd voor de GGA.”
Aan de slag nabij Natura 2000
Initiatieven in de directe omgeving van Natura 2000, daar is het nou net om te doen in de deze maand gestarte tweede fase van het Landelijk Programma Natuur. Weliswaar worden er tot eind dit jaar binnen de beschermde natuurgebieden nog projecten uit de eerste fase gerealiseerd, in de tweede fase volgen maatregelen die gericht zijn op systeemherstel in de omgeving daarvan.
Als voorbeeld noemt Custers een project dat onlangs is afgerond: Bossche Broek Zuid, ten zuiden van de rijksweg A2 bij ’s-Hertogenbosch. Het Bossche Broek zelf, ten noorden van de snelweg, maakt deel uit van een Natura 2000-gebied. “Het zuidelijk deel niet. Daar is nu het bodem- en watersysteem aangepakt. Dit moet bijdragen aan het herstel van het Bossche Broek.” De ecoloog kijkt met tevredenheid terug op fase 1 van het LPN voor Brabant. “Het gaat vooral om maatregelen waarvoor eerder geen geld was, of waarvan de planvorming op het juiste moment klaar was. Die zijn uitgevoerd met behulp van LPN-geld.”
Natuurherstel Bossche Broek
Het eerdergenoemde Bossche Broek, met de skyline van ’s-Hertogenbosch als decor, werkt als een magneet op fietsers en wandelaars. Van oudsher was het een moerassig en heel nat gebied. Uniek is de aanwezigheid van kwelwater, elders gevallen regenwater stroomt door de grond naar het Bossche Broek. Het is rijk aan mineralen waar de voor dit gebied zo kenmerkende plantensoorten op gedijen en wat weer bepaalde diersoorten aantrekt. Dit Natura 2000-gebied is echter aangetast door verdroging, vermesting en stikstofdepositie.
“We nemen maatregelen door het gebied te verschralen en vernatten”, zegt Mathilde Klaasse. Zij is communicatieadviseur van Staatsbosbeheer, de beheerder van het Bossche Broek. “We hebben het waterpeil van de nabijgelegen Zuiderplas verhoogd. Hierdoor stroomt er weer meer kwelwater naar het Bossche Broek.” Omdat het water in het gebied hierdoor ook hoger komt te staan, moesten ook fiets- en wandelpaden worden opgehoogd. Dat karwei is afgelopen najaar afgerond door de gemeente ’s-Hertogenbosch.
Beschermde vissoort
Een andere herstelmaatregel die Staatsbosbeheer heeft uitgevoerd in het kader van het LPN, is onder meer de aanleg van plasdras-zones. Deze worden gekenmerkt door flauwere oevers en modderige delen. Die vormen bij uitstek het leefgebied van de grote modderkruiper, een kwetsbare beschermde vissoort in het gebied. Het Bossche Broek functioneert verder als bufferzone bij hoogwater, om te zorgen dat de stad droge voeten houdt. Bij ’s-Hertogenbosch komen namelijk de rivieren Maas, Dommel en Aa samen.
Kleine Meer
In West-Brabant neemt boswachter Otto de Kat van Natuurmonumenten ons mee naar natuurgebied de Kleine Meer. Dat ligt aan de rand van Grenspark Kalmthoutse Heide, in Natura 2000-gebied de Brabantse Wal. Natuurmonumenten beheert het gebied en is rondom de vennen van het Kleine Meer bij Ossendrecht al jaren bezig met natuurherstel. Te veel stikstof, verdroging en woekerende exoten als de rododendron, hebben de kwaliteit daarvan ernstig aangetast.
In het kader van het Landelijk Programma Natuur worden sinds eind vorig jaar onder meer de vennen in het gebied van de Kleine Meer hersteld en de waterkwaliteit verbeterd. Het is door de eeuwen heen ten prooi gevallen aan talloze ontginningen. Behalve als landbouwgrond – daarvoor werd een heel ontwateringsstelsel aangebracht – diende een deel zelfs als vuilstortplaats. Die is tijdens dit traject gesaneerd.
‘Terug naar 1800’
“We willen terug naar de situatie rond 1800”, vertelt De Kat. “Uit onderzoek is gebleken dat toentertijd de waterhuishouding hier nog een natuurlijke loop had.” Vennen die helpen om het water in het gebied te houden, worden hersteld. Dat geldt ook voor de watergangen die de vennen ooit met elkaar verbonden. Dankzij de LPN-subsidie kunnen de werkzaamheden eind dit jaar klaar zijn. “Heel fijn. Nu hoeven we maar een keer met groot materieel het gebied in”, aldus de boswachter. “Als je het stukje bij beetje moet aanpakken, betekent dat iedere keer een verstoring.”
De vennen in de Kleine Meer met hun omringende heide, bossen en zandverstuivingen worden zo opnieuw een belangrijk leefgebied voor amfibieën, vogels en zeldzame planten. De rugstreeppad, geoorde fuut en dodaars zijn al gesignaleerd, terwijl oeverkruid en witte waterranonkel meer kans hebben zich te verspreiden, constateert De Kat met genoegen. Ook zullen bezoekers na de werkzaamheden kunnen genieten van een veel diverser landschap.
Tekst: Provincie Noord-Brabant
Beeld: Melchert Meijer zu Schlochtern, Provincie Noord-Brabant; Erik van der Burgt; Provincie Noord-Brabant