Natuurjournaal 12 juli 2025

Tellen maar! Dit weekend is het weer tijd voor de jaarlijkse Tuinvlindertelling, georganiseerd door De Vlinderstichting. Van 11 tot en met 13 juli tel je zo vaak als je wilt vlinders in je tuin of op je balkon en geef je je waarnemingen door. Komende dagen dus aandacht voor een aantal vlindersoorten – voor de aardigheid wel soorten die de top 10 niet zullen halen.

Is het een vogel, is het een vliegtuig? Je kijkt vreemd op als je een sneeuwwitte vedermot tegenkomt. Dat kan zomaar binnenshuis zijn, waar licht lokt. Vedermotten zijn een familie van microvlinders (Pterophoridae). Ze hebben lange poten met uitsteeksels – sporen – en draadvormige antennen zonder knopje aan het uiteinde. De smalle vleugels van de sneeuwwitte vedermot bestaan uit geveerde pluimen. De voorvleugels hebben er twee, de achtervleugels drie. In rust schuiven sneeuwwitte vedermotten hun vleugels onder elkaar, zodat een T-figuur ontstaat. Niet verwonderlijk misschien dat dit geen langeafstandsvliegers zijn, daar zijn hun vleugels niet op gebouwd. De rupsen foerageren onder andere op akkerwinde.

De lieveling is een algemene verschijning, die je al een glimlach bezorgt zodra je achter zijn Nederlandse naam komt. Met de rozerode tot bruine doorlopende lijn die over de crèmekleurige achtergrond van de vleugels loopt, lijkt de lieveling je wel toe te lachen. De lieveling behoort tot de familie van de spanners (Geometridae). Daarvan komen alleen al in Nederland zo'n driehonderd soorten voor. Spanners zijn, met hun driehoekige voorvleugels en smalle lijf, energiezuinige vliegers. Lievelingsvlinders worden wellicht daarom weinig op bloemen gezien, maar je kan het proberen bij duizendknoop, varkensgras of zuring. Of ergens op de buitenmuur van je woning.

Tekst: Karen Bosma, Nature Today
Beeld: Tom Heijnen, Saxifraga; Ab H. Baas, Saxifraga