Auteur bij kuip met stoepplantjes in Hortus botanicus Leiden

Burgerwetenschappers én volgers in actie uit liefde voor stoepplantjes

Hortus botanicus Leiden
12-OKT-2025 - Zowel volgers op sociale media als deelnemers aan burgerwetenschap zijn het meest gemotiveerd door hun liefde voor de natuur. Beide groepen leveren via verschillende activiteiten waarschijnlijk een waardevolle bijdrage aan onderzoek en behoud van stadsflora. Dat is de conclusie van recent gepubliceerd onderzoek door PhD-student Nienke Beets over volgers en deelnemers van stoepplantjesonderzoek.

We wilden met dit onderzoek achterhalen waarom sommige mensen wel geïnteresseerd zijn in burgerwetenschap over planten, maar geen data invoeren en daarmee dus niet actief bijdragen. In oktober 2021 startten we het Stoepplantjesonderzoek, een burgerwetenschapsproject waarbij mensen hun waarnemingen doorgeven van planten die op, tussen of naast de straat groeien. Op straat is een hoop biodiversiteit te ontdekken: een groot deel van alle Nederlandse plantensoorten groeit gewoon in onze steden en dorpen.

Ruim een half jaar na de start van het Stoepplantjesonderzoek vroegen we deelnemers een vragenlijst in te vullen over hun motivatie om mee te doen en hun houding tegenover stoepplantjes. We ontvingen 241 reacties, van mensen die waarnemingen van stoepplantjes hadden bijgedragen, maar ook van mensen die het project alleen volgden via de nieuwsbrief en/of sociale media (@stoepplantjes).

Passie voor onderzoek

We ontdekten dat zowel bijdragers als volgers vooral gemotiveerd zijn door hun interesse in en sterke band met de natuur, en door hun behoefte die te willen helpen. Bijdragers halen daarnaast meer motivatie uit het helpen met onderzoek en het leveren van een bijdrage aan kennis. Het is niet verrassend dat mensen vooral data invoeren omdat ze onderzoek willen helpen. Wat deze studie wél bijzonder maakt, is dat het als eerste de verschillen en overeenkomsten tussen bijdragers en volgers laat zien. Hierdoor kunnen we als onderzoekers weer nieuwe vragen stellen op basis van deze bevindingen.

In de communicatie over het project hebben we bijvoorbeeld veel berichten gedeeld over de verschillende plantensoorten, maar minder over het onderzoek zelf. Misschien zouden meer geïnteresseerde mensen de stap maken om actief bij te dragen als er meer aansprekende verhalen gedeeld worden over het onderzoek in burgerwetenschapsprojecten.

Stadsflora leren herkennen met stoepkrijten

Rooskleurige bril

Beide groepen hadden een zeer positieve houding tegenover stoepplantjes. Dat is niet per se verrassend, omdat ze allemaal in meer of mindere mate betrokken waren bij het project, in het veld of vanaf de zijlijn. Wat wél opmerkelijk was: volgers vonden stoepplantjes net iets mooier en belangrijker voor de natuur dan de bijdragers. We denken dat dit komt door de aantrekkelijke foto’s en verhalen in de nieuwsbrieven en op sociale media. Daarin worden natuurlijk de mooiste foto’s van stoepplantjes gebruikt. Een close-up van een klein bloemetje ziet er aantrekkelijk uit, terwijl datzelfde plantje in de realiteit misschien wat nietig oogt, of er ligt een vieze peuk naast. Mensen die stoepplantjes buiten in het echt bekijken, kunnen een minder rooskleurig beeld hebben. Maar als volgers een positievere houding tegenover stoepplantjes hebben dan mensen die data invoeren, waarom komen ze dan niet in actie?

Deelnemers aan Stoepplantjesonderzoek in actie

Alle burgers helpen

Onderzoek van Wessel Ganzevoort (Tilburg University) laat zien dat natuurvrijwilligers vaak meerdere soorten activiteiten ondernemen, zoals het doen van waarnemingen, educatie, natuurbeheer of administratieve taken. Als we onze resultaten combineren met het werk van Wessel en andere onderzoekers, dan concluderen we dat volgers misschien geen waarnemingen invoeren, maar waarschijnlijk wel op een andere manier positief bijdragen aan stadsnatuur. Tijdens het Stoepplantjesonderzoek werden bijvoorbeeld ook buiten de organisatie om in heel Nederland educatieve activiteiten georganiseerd en diende de Partij voor de Dieren in Leiden met succes een motie in voor het behoud van meer stoepplantjes in de stad.

Iedere bijdrage telt

Het verzamelen van data is belangrijk voor het succes van een burgerwetenschapsproject, maar andere activiteiten kunnen ook bijdragen aan de doelstellingen van een project. Niet iedereen vindt het leuk om door middel van waarnemingen bij te dragen, sommigen dragen liever op een andere manier bij. We stellen daarom voor dat burgerwetenschapsprojecten deze vormen van betrokkenheid ook erkennen en stimuleren. Daarbij loont het waarschijnlijk om wijdverspreid deelnemers te werven, niet alleen ten behoeve van het onderzoek, maar ook van maatschappelijke doelen, zoals natuurbehoud en natuureducatie.

Het Engelstalige artikel, getiteld '“What's that weed on the street?” Motivation and attitude of contributors and followers in a citizen science project studying pavement plants', is gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Biological Conservation. Dit onderzoek is uitgevoerd door promovenda Nienke Beets, samen met onderzoekers Anne Land-Zandstra en Tuomas Aivelo van de vakgroep Science Communication & Society (Wetenschapscommunicatie & Maatschappij) van de Universiteit Leiden, en prefect emeritus (oud-wetenschappelijk directeur) Paul Keβler van Hortus botanicus Leiden.

Tekst: Nienke Beets, Hortus botanicus LeidenScience Communication & Society, Universiteit Leiden
Beeld: Maxime Boersma, Hortus botanicus Leiden; Ivon Vrolijk, Klimaatneutraal IJsselstein