
Natuurjournaal 24 augustus 2025
Nature TodayDe kleine, gele bloemen waarmee gele kornoelje rond februari en maart getooid was, hebben bij succesvolle bestuiving door insecten geleid tot de frisrode steenvruchten of bessen die de struik of kleine boom nu draagt. De vruchten smaken een beetje wrang, maar ze zijn eetbaar. Je kan de takken schudden en de rijpe, donkere bessen opvangen. Je verwerkt ze bijvoorbeeld tot sap of compote. Gele kornoelje is in ons land zeldzaam, maar de boom wordt door de vroege bloei en de eetbare vruchten aangeplant in parken en (moes)tuinen. Daardoor komen er ook verwilderde exemplaren voor: het resultaat van door vogels uitgepoepte zaden in de bessen. Het rood van de vruchtjes trekt ze als een magneet aan!
Er mist duidelijk iets aan de wesp op de foto ... vleugels! Dit is een vrouwtje van de grote mierwesp, een van de drie bekende soorten mierwespen in Nederland. Mierwespen parasiteren onder andere op het broed van hommels. De vrouwtjes lijken, zonder vleugels, inderdaad wel wat op mieren – wespen behoren tenslotte tot dezelfde orde (de Hymenoptera of vliesvleugeligen, met wespen, bijen en mieren). Mieren zijn echter niet zo fluwelig behaard als mierwespen. Er zijn natuurlijk meer verschillen, maar deze is meteen duidelijk. Pak zo’n vleugelloos vrouwtje niet zomaar op, hoe aaibaar ze er ook uitziet. Ze kan venijnig steken. Als een mannetje – dat wel kan vliegen – met een mierwespvrouwtje wil paren, neemt hij haar mee de lucht in. Zo leggen ze samen een veel grotere afstand af dan het bevruchte vrouwtje lopend had kunnen doen.
Tekst: Karen Bosma, Nature Today
Beeld: Karen Bosma; Roland Nagtegaal, Waarneming.nl