
Natuurjournaal 8 september 2025
Nature TodayDoor hun vermogen om verticale structuren te bedwingen, blijven boomkikkers zoveel mogelijk uit het zicht van natuurlijke vijanden die op de grond jagen én hebben ze de beschikking over voedsel dat voor andere kikkers onbereikbaar is. Met de hechtschijven of ‘zuignappen’ aan de vingers en tenen hechten ze zich aan de ondergrond vast, of die nu ruw, glad, nat of droog is. Van echte zuignappen kun je niet spreken, het mechanisme werkt anders. De kikkers scheiden een waterig slijm af, dat de ruimte tussen een hechtschijf en de ondergrond opvult. Dit zorgt voor een capillaire werking en dus hechting. Dit mechanisme was al enige tijd bekend, maar verklaarde nog niet de volledige ‘kleefkracht’ van boomkikkers. Een paar jaar geleden werd duidelijk dat ook Van der Waalskrachten een belangrijke rol spelen.
Volwassen sikkelsprinkhanen hoor je bijna niet, het geluid is voor ons te zacht. Ze zijn te herkennen aan de vleugels, die veel langer zijn dan het achterlijf. Als ze opvliegen doet het dan ook wat vlinderachtig aan. Een jonge sprinkhaan, een nimfe, heeft nog geen (volledig ontwikkelde) vleugels. Sprinkhanen doorlopen verschillende vervellingen voor ze volwassen zijn en getooid met vleugels en voortplantingsorganen, klaar zijn om een partner te zoeken. Een sterk gelijkende soort die in ons land oprukt, is de zuidelijke sikkelsprinkhaan. De soorten zijn lastig uit elkaar te houden en komen vaak ook samen voor. Zuidelijke sikkelsprinkhanen schijnen binnen dezelfde biotopen de voorkeur te geven aan jonge bomen en struiken, terwijl sikkelsprinkhanen in warme kruidenruigten te vinden zijn.
Tekst: Karen Bosma, Nature Today
Beeld: Jelger Herder; Robert Ketelaar, Saxifraga