
Natuurinclusieve akkerbouw die werkt: hoe realiseer je dat?
Deltaplan BiodiversiteitsherstelAkkerbouw en natuur staan vaak op gespannen voet. Rondom natuurgebieden neemt de druk van intensieve teelten toe. Het project richtte zich op een praktische invulling van natuurinclusieve akkerbouw die aansluit bij de doelen van Basiskwaliteit Natuur (BKN). “Dat zijn lang aparte sporen geweest,” vertelt Boki Luske van het Louis Bolk Instituut. “We kijken binnen onze projecten over landbouw en natuur altijd naar integratie. Het doel is dan ook: hoe kun je ze verbinden, in plaats van tegenover elkaar positioneren?” Het gaat vooral over een andere balans tussen economie en ecologie. Een belangrijk element van het doel was om naast Basiskwaliteit Natuur (BKN) ook de verbinding te leggen met de kritische prestatie-indicatoren, of KPI’s, van de Biodiversiteitsmonitor Akkerbouw.
Sturen met knoppen
De uitkomst is een rapport met 42 maatregelen, gegroepeerd in tien ‘knoppen’ waarop boeren kunnen sturen. Een deel van de knoppen heeft met name betrekking op het ‘sparen en benutten’ van natuur op perceelsniveau, van vruchtwisseling en gewaskeuze tot bodembewerking en waterbeheer. Het andere deel valt meer in de dimensie van ‘verrijken’ van de natuur, waar maatregelen met een directe relatie met landschap en de inrichting ervan onder vallen. Voor elke maatregel is bekeken hoe deze scoort op 15 BKN-soortgroepen die kenmerkend zijn voor akkerbouwgebieden, en op de zogeheten V4’s: voedsel, voortplanting, veiligheid en verplaatsing.
Interactieve kansentabel
Alle maatregelen zijn verwerkt in een kansentabel, waarin effecten zijn gescoord van min 1 tot plus 2. Deze tabel is interactief: boeren en adviseurs kunnen aangeven welke maatregelen al zijn uitgevoerd. Ze krijgen suggesties voor aanvullende stappen, inclusief doorverwijzingen naar praktische informatie. Naast de tabel zijn factsheets en inspiratieplaten ontwikkeld die laten zien hoe maatregelen passen binnen verschillende landschappen. Niet iedere maatregel is overal toepasbaar – een houtwal past bijvoorbeeld niet in een open landschap.
Op de proef
In 4 pilotgebieden zijn maatregelen in de praktijk getest. Daar kwamen belangrijke lessen naar voren:
- Samenwerking en afstemming van doelen moeten vanaf de start plaatsvinden.
- Een onafhankelijke landbouwadviseur helpt bruggen slaan tussen boeren en ecologen.
- Lerend beheren – jaarlijks evalueren wat werkt en wat niet – vergroot de kans op succes.
- Externe financiering blijft noodzakelijk, bijvoorbeeld via aangepaste pachtconstructies.
Uit de praktijk bleek ook dat de effectiviteit van maatregelen sterk afhangt van uitvoering, timing en landschappelijke context.
Geen blauwdruk, wel waardevolle handvatten
De onderzoekers benadrukken dat er geen kant-en-klare blauwdruk bestaat. Vaak zijn er afwegingen tussen ecologie en economie en zelfs tussen soortgroepen. Juist daarom is een integrale benadering op landschapsniveau nodig. Belangrijk is de verbinding met de Biodiversiteitsmonitor Akkerbouw (BMA). KPI’s op bedrijfsniveau geven richting en kunnen gekoppeld worden aan beloningssystemen. Maar om echt impact te hebben op vogels, insecten en planten moet de link met BKN gelegd worden en groter, op gebiedsniveau, gedacht worden.
Het rapport 'Op naar Basiskwaliteit Natuur in akkerbouwgebieden' en de uitgebreide bijlagen vormen samen een belangrijke set aan informatie. Ze maken de verbinding tussen BKN, KPI’s en de BMA concreet en bieden praktische handvatten – een waardevolle aanvulling op natuurinclusieve akkerbouw.
Via onderstaande button link je door naar de OBN-website, waar alle informatie, inclusief de interactieve kansenkaart, te vinden is.
Meer informatie
- Bekijk het rapport op de website van de OBN.
- Naar de interactieve kansenkaart.
Tekst en beeld: Deltaplan Biodiversiteitsherstel