Natuurjournaal 3 november 2025
Nature TodayHet wit oorzwammetje is een lust voor het oog. De vruchtlichamen van deze zwamsoort groeien met meerdere bij elkaar aan dode twijgen op loofhout. Vooral aan de onderkant zien ze er sprookjesachtig uit, met hun schelpvorm en de wijd uit elkaar staande lamellen. Er zijn veertien Nederlandse soorten oorzwammetjes. Het wit oorzwammetje is een van de drie soorten die het hele jaar door gevonden kunnen worden, mits het niet te streng vriest. De andere twee zijn het week oorzwammetje en het rondsporig oorzwammetje. November is echter piektijd voor waarnemingen van het wit oorzwammetje, dus als je wel oren hebt naar zo’n mooie paddenstoelenfoto: hup, naar buiten!

Een verkouden voorbijganger? Buitenaards ectoplasma? Slakkenslijm misschien? Nee, dit is wat er overblijft van een vrouwtjeskikker of -pad, nadat ze is opgegeten. De dader kan een reiger geweest zijn, of een meeuw, een bunzing of andere marterachtige. Er zijn nogal wat dieren die op kikkers jagen. Vroeger dacht men dat de geleimassa van een vallende ster afkomstig was, vandaar de naam sterrenschot. In werkelijkheid zijn het zweleiwitten, afkomstig uit het voortplantingsstelsel van een amfibie. In de kikkerbuik zijn ze nog zeer compact, maar in contact met de maagsappen van het dier dat het heeft doorgeslikt, zwellen deze hydrofiele eiwitten enorm op – en dat is op zijn zachtst gezegd oncomfortabel natafelen. Vandaar dat de boel wordt uitgebraakt. Onder invloed van vochtige weersomstandigheden wordt de massa nog groter. Het is kikkerdril zonder doel, de stille getuige van een moord.
Tekst: Karen Bosma, Nature Today
Beeld: Luuk Vermeer, Saxifraga; Karen Bosma
