Daphne mezereum, Rood peperboompje

Natuurjournaal 5 december 2025

Nature Today
5-DEC-2025 - Strooigoed in de natuur: kruidvlier en peperboompje.

Ook in de natuur valt er genoeg te snoepen, maar aan het rood peperboompje gaat de Sint liever stilletjes voorbij. Alles aan deze plant is zeer giftig, onder andere door een sterk bijtend sap, mezereïne. Aanraking met de blote huid kan voor blaarvorming zorgen en de inname van een dozijn bessen kan voor een volwassene dodelijk zijn. Iemand heeft de vruchtjes blijkbaar toch voorzichtig geproefd en kon het navertellen, want door de scherpe smaak is de dwergstruik aan zijn naam gekomen. Vogels snoepen wél van de bessen, of eigenlijk eenzadige steenvruchtjes. Ze eten het vruchtvlees op en laten de zaden vallen. Dat het vogels zijn die de zaden verspreiden, is te raden aan de kleur van de sappige vruchten: vogels die vruchten eten, hebben een voorkeur voor rood. Het rood peperboompje gaat aan het eind van de winter bloeien, met verleidelijk geurende, rozepaarse bloemen. Daar kunnen we ons nog even op verheugen. Wel van een afstandje genieten!

Ook de zwarte bessen van de kruidvlier staan bij vruchtenetende vogels op het boodschappenlijstje

Niemand snoept van kruidvlier. Ook deze plant is giftig en alleen al de onaangename geur nodigt ons niet uit de vruchten te eten. Weer zijn het vruchtenetende vogels die de steenvruchtjes wél eten en de zaden verspreiden. De zeldzame kruidvlier groeit op kalkrijke bodems en vermeerdert zich ieder jaar ook door middel van ondergrondse wortelstokken. Zo kunnen er uiteindelijk vele individuen naast elkaar voorkomen. Dat zie je goed op bermen en aflopende dijken in het rivierengebied. In de lente lopen de wortelstokken, die barsten van de in zomer en herfst opgeslagen energie, snel uit en vormen in korte tijd een dichte begroeiing, haast zonder andere plantensoorten ertussen. Meerdere keren maaien op zulke stukken is geen goed idee, zo put je de wortelstokken uit en uiteindelijk verdwijnt de kruidvlier.

Tekst: Karen Bosma, Nature Today
Beeld: Hans Grotenhuis, Saxifraga; Jan van der Straaten, Saxifraga