Op zoek naar noordse glazenmaker

De Vlinderstichting
1-SEP-2011 - De noordse glazenmaker is altijd een zeer zeldzame soort geweest waardoor het niet makkelijk is om deze libel te zien te krijgen. Vroeg in de ochtend bij hoogveen en vennen met een veenmosvegetatie heb je de beste kans. De piek van uitsluipende noordse glazenmakers ligt in augustus, maar in september sluipen er ook nog exemplaren uit.

Bericht uitgegeven door De Vlinderstichting op [publicatiedatum]

De noordse glazenmaker is altijd een zeer zeldzame soort geweest waardoor het niet makkelijk is om deze libel te zien te krijgen. Vroeg in de ochtend bij hoogveen en vennen met een veenmosvegetatie heb je de beste kans. De piek van uitsluipende noordse glazenmakers ligt in augustus, maar in september sluipen er ook nog exemplaren uit.

In de ochtend zonnen noordse glazenmakers, bijvoorbeeld op berk (foto: Kim Huskens)De noordse glazenmaker is niet alleen zeldzaam, maar hij heeft ook een sterk wisselend voorkomen van jaar tot jaar. De larve heeft namelijk een levenscyclus van twee tot drie jaar. Hierdoor worden er het ene jaar ergens relatief veel imago’s gezien of veel huidjes gevonden, terwijl het volgende jaar lijkt alsof de soort niet tot weinig aanwezig is. De volwassen dieren zijn bij de geschikte voortplantingsplekken, hoogveen en vennen met veenmosvegetatie, vooral  ’s morgens actief. Ze zijn dan vaak zonnend te vinden op lichte oppervlakken zoals op de stam van een berk. Als het warm genoeg is patrouilleren de dieren boven het water om hun territorium te verdedigen. ’s Middags vliegen de dieren vaak ver weg van het water om boven heidevelden of langs bosranden te jagen of te rusten. Boven de voortplantingsplekken zie je echter vooral venglazenmakers. De noordse glazenmaker heeft namelijk een beperkte verspreiding in Nederland. Hij zit voornamelijk in Drenthe waar de waarnemingen, mede door gerichte zoekacties, sinds 1995 zijn toegenomen. Daarnaast zitten er nog enkele populaties in zuidoost Friesland en Overijssel.

Larvenhuidje noordse glazenmaker (foto: Gerard Abbingh)Naast het zoeken naar de volwassen libellen is het ook mogelijk om te zoeken naar larvenhuidjes. De noordse glazenmaker sluipt uit van juli tot en met september, waarbij de piek in augustus ligt. Het is nu dus nog steeds mogelijk om larvenhuidjes te vinden. Mocht u in het verspreidingsgebied (zie onderstaand kaartje) op een geschikte voortplantingsplek komen, dan loont het zich om de vegetatie die boven het water uitsteekt af te speuren naar larvenhuidjes. Het huidje is relatief groot. Bij een glazenmakerhuidje zijn de vangscharen (voor de kop) smal en is de kop min of meer rond. In een bericht op libellennet zijn de kenmerken van de larve van noordse glazenmaker op een rijtje gezet. Heeft u een huidje gevonden en u weet niet helemaal zeker of het een noordse glazenmaker is, stuur dan een duidelijke foto van de bovenkant van het huidje via het contactformulier op libellennet naar ons toe en vermeld ook hoe groot het huidje is. Waarnemingen kunt u doorgeven op Telmee of waarneming.nl.

Bron: Telmee

Tekst: Kim Huskens en Kars Veling, De Vlinderstichting
Foto’s: Kim Huskens, Gerard Abbingh