Engerling neushoornkever

Engerlingen op het schoolplein

Wageningen University
24-OKT-2009 - Onder de speeltoestellen van een schoolplein in Noord-Brabant werden onlangs in de laag houtsnippers grote 'enge' insectenlarven aangetroffen. Een exemplaar werd in een plastic fotoroldoosje naar Alterra opgestuurd. Bij aankomst bleek het beest zich dwars door het plastic dekseltje te hebben gevreten. Maar wonderbaarlijk genoeg zat hij nog wel in de envelop.

Bericht uitgegeven door Alterra Wageningen UR op zaterdag 24 oktober 2009

Onder de speeltoestellen van een schoolplein in Noord-Brabant werden onlangs in de laag houtsnippers grote 'enge' insectenlarven aangetroffen. Een exemplaar werd in een plastic fotoroldoosje naar Alterra opgestuurd. Bij aankomst bleek het beest zich dwars door het plastic dekseltje te hebben gevreten. Maar wonderbaarlijk genoeg zat hij nog wel in de envelop.

 
  Het opgestuurde exemplaar vrat zich een weg
door het plastic dekseltje

Regelmatig worden insecten ter determinatie aan Alterra aangeboden. Men wil dan graag weten of het een plaaginsect of juist een zeldzaam insect betreft. In dit geval bleek het te gaan om een bijna tien centimeter lange, vingerdikke witachtige larve met een plomp zakvormig lichaam en drie paar goed ontwikkelde poten. Het ging om een engerling, een keverlarve dus, maar van welke soort?

Er zijn verschillende soorten engerlingen, maar gezien de grootte kwamen alleen meikever, vliegend hert en neushoornkever in aanmerking. Engerlingen van de meikever vreten ondergronds aan de wortels van levende planten. Het vliegend hert ontwikkelt zich in rottend (eiken)hout. De neushoornkever leeft in broeihopen van houtsnippers of compost. Op grond van het biotoop (houtsnippers) en de locatie (het vliegend hert komt niet voor in Noord-Brabant) moest het dus wel gaan om de neushoornkever.

 
  Een engerling van de neushoornkever tussen de houtsnippers

Larven van de neushoornkever worden regelmatig gevonden bij het omzetten van de composthoop. In de jaren zeventig waren de heidetuintjes populair en de paadjes met dennenschors bleken erg geschikt voor de ontwikkeling van de neushoornkever. De laatste decennia zijn de hopen met versnipperd snoeiafval erg in trek. Vossen graven soms kuilen in broeihopen om de lekkere vette larven te bemachtigen.

 
  Mannetjes gebruiken hun hoorn bij gevechten
om de vrouwtjes

Het larvenstadium van de neushoornkever duurt normaal zo’n 3 tot 5 jaar. De warmteminnende soort zit in Nederland aan de noordelijke rand van haar verspreidingsgebied. In composthopen met broei kunnen de larven zich bij de hogere temperaturen veel sneller, soms in enkele maanden, ontwikkelen. De volwassen vier centimeter grote neushoornkever is in Nederland met het vliegend hert een van de grootste inheemse keversoorten. Alleen de mannetjes hebben een neushoornachtige punt op de kop. Ze gebruiken deze om concurrenten weg te duwen in gevechten om de vrouwtjes.

Er komen soms vermeende waarnemingen binnen van het vliegend hert uit composthopen of houtsnippers, maar het gaat meestal om larven van de neushoornkever en niet van het vliegend hert. Deze laatste heeft door witrot aangetast (eiken)hout nodig. Er zijn wel larven van vliegende herten gevonden in houtsnippers zoals in Vierhouten op de Veluwe, maar dit zijn uitzonderingen die alleen te verwachten zijn op plekken waar grote populaties aanwezig zijn. In die gevallen is het voor een leek niet gemakkelijk om met zekerheid vast te stellen om welke keversoort het gaat. Op de website van het Nationaal Natuurhistorisch Museum (www.naturalis.nl) zijn foto’s van engerlingen te zien die gebruikt kunnen worden bij de determinatie.

Alterra heeft een netwerk van vaste waarnemers voor het monitoren van insectenplagen (en plaagjes) op bomen en struiken in bos, natuur, wegbeplantingen en stedelijk groen. Ook losse waarnemingen zijn natuurlijk van harte welkom. Aanmelden kan via www.insectenweb.nl. Meer informatie over dit onderzoek is te lezen op www.wur.kennisonline.nl.

Tekst: Leen Moraal, Alterra Wageningen UR
Foto’s: Leen Moraal,  Alterra Wageningen UR