Schotse hooglander, GNU-licentie voor vrije documentatie

Kudde hooglanders redt zich goed

2-FEB-2010 - De enige wild levende kudde Schotse hooglanders van ons land redt zich goed in de voor huidige begrippen relatief strenge winter. Dat blijkt uit een inspectie van de 140 dieren.

Bericht uitgegeven op dinsdag 2 februari 2010

De enige wild levende kudde Schotse hooglanders van ons land redt zich goed in de voor huidige begrippen relatief strenge winter. Dat blijkt uit een inspectie van de 140 dieren.

De inspectie is uitgevoerd door de beheerder van de kudde samen met een dierenarts in het 5.000 hectare groot Nationaal Park Veluwezoom. De gemiddelde conditie ligt iets lager dan voorgaande jaren op dit moment, maar vormt geen bedreiging voor de kudde. De dieren hebben nog voldoende reserve en er is nog genoeg voedsel voorhanden.

Vier dieren die het einde van de winter niet zouden halen zijn conform het beleid op Veluwezoom afgeschoten, zodat ze niet in een lijdenssituatie terechtkomen. Natuurmonumenten krijgt veel vragen over het welzijn van de hooglanders. Het is begrijpelijk dat mensen zich zorgen maken, maar deze winterharde dieren zijn uitstekend in staat zich ook nu zelfstandig te redden. Wel werkt Natuurmonumenten momenteel speciale richtlijnen uit voor het geval dat er een nieuwe lange vorstperiode komt deze winter. Want dan zou een situatie kunnen ontstaan dat het voortbestaan van de kudde hooglanders in gevaar komt. Dan zou bij uitzondering moeten worden bijgevoerd. 

Ingrijpen bij extreme omstandigheden
Voor wilde dieren is de winter altijd de zwaarste periode. Daar passen ze zich echter op aan door in de rest van het jaar een flinke vetreserve op te bouwen. Tijdens strenge winters zullen er meer dieren sterven dan in minder strenge winters. Op die manier zorgt de natuur voor dynamiek in populaties en gebieden. De kudde blijft zo op natuurlijke wijze in omvang beperkt en gezond. Indien extreme omstandigheden tot massale sterfte dreigen te leiden, zal Natuurmonumenten bij uitzondering overgaan tot het bijvoeren van de hooglanders op Veluwezoom. Daarvan is op dit moment geen sprake.

Natuurmonumenten werkt momenteel speciale richtlijnen uit voor een dergelijke situatie. Indien er een nieuwe lange vorstperiode komt, zullen wederom extra controles van de conditie van de hooglanders plaatsvinden. De combinatie van weersverwachting, gemiddelde conditie en het aantal runderen dat het einde van de winter niet dreigt te gaan halen zal bepalen of er wordt bijgevoerd. Voor wat betreft het weer zijn duur van een koudeperiode, neerslag en droogte belangrijke factoren. Om het voortbestaan van de kudde te kunnen waarborgen, mag het aantal vrouwelijke dieren aan het einde van de winter in ieder geval niet onder de 50 komen. 

Bijvoeren geen oplossing
Het lijkt zo voor de hand liggend: als het erg koud is, kun je de dieren toch gewoon bijvoeren? Bijvoeren is echter geen oplossing. Sterker nog: bijvoeren werkt averechts. Je creƫert onrust in de kudde, want er zal concurrentie ontstaan om het voer. En die concurrentieslag wordt gewonnen door de sterkste dieren. De hulp komt dus bij de verkeerde terecht. De dieren gaan ook gewend raken aan het voeren, waardoor ze minder zelfredzaam worden en onnatuurlijk gedrag kunnen gaan vertonen.

Als bezoekers gaan bijvoeren kan dat voor henzelf gevaarlijke situaties opleveren, maar ook voor bezoekers die na hen komen. Sommige hooglanders worden dan opdringerig, met als gevolg dat ze uit de kudde moeten worden gehaald.
 
Het grootste bezwaar tegen bijvoeren is dat de populatie daardoor explosief gaat groeien. Daar heeft Natuurmonumenten op Veluwezoom al eerder mee te maken gehad. Van 1996 tot 2002 zijn de dieren goedbedoeld bijgevoerd in de winter. Het gevolg was dat de kudde in 2002 was gegroeid tot maar liefst 225 dieren. En dat oversteeg de draagkracht van het gebied. In dat jaar zijn om die reden 144 hooglanders gevangen en verplaatst naar andere gebieden. In een dergelijke situatie wil Natuurmonumenten niet nogmaals terechtkomen. Toen de minister in 2002 bij uitzondering toestemming gaf voor het verplaatsen van deze ongeoormerkte dieren, heeft hij dan ook als voorwaarde gesteld dat we zouden stoppen met bijvoeren in de winter. De enige reden om daarvan af te wijken is als er massale sterft dreigt, waardoor het voortbestaan van de kudde in gevaar komt.   

Zorg voor welzijn hooglanders
Natuurmonumenten ziet scherp toe op het welzijn van de kudde hooglanders op Veluwezoom. Daarom is er in het gebied ook al sinds jaar en dag een boswachter die de dieren voortdurend observeert. Hij controleert ook regelmatig de conditie van de dieren. Dat doet hij samen met een dierenarts die is gespecialiseerd in grote zoogdieren. Tweemaal per jaar worden bloedmonsters genomen om op ziektes te checken. Bij langere vorst worden poelen opengehakt om de watervoorziening te garanderen.

In de uitgestrekte natuur van Veluwezoom kan de kudde op geheel natuurlijke wijze leven. Waar in de landbouwsector koeien niet ouder worden dan een jaar of zes, kunnen de hooglanders op Veluwezoom lekker van hun oude dag genieten. Sommige worden wel meer dan 20 jaar! Wie weet nog wat het natuurlijk gedrag van een koe is? Op Veluwezoom kun je het met eigen ogen zien. De kudde kent een duidelijke sociale structuur, met groepjes die door koeien worden geleid en groepen vrijgezelle stieren. Het is bijzonder imposant om het territoriaal gedrag te zien van een stier die loeiend en snuivend probeert om zich een positie te verwerven binnen een door koeien geleide groep. Dergelijk gedrag van hooglanders kun je nergens anders ter wereld aanschouwen. 

Bron: Natuurmonumenten
Foto: Maurice van Bruggen, GNU-licentie voor vrije documentatie