Natuurjournaal 26 oktober 2025
Nature TodayEr zijn toch al gauw vierduizend soorten spinnen die voedsel vangen met een web, zo ook de kruisspin, een soort wielwebspin. Na een eerste horizontale draad te hebben verankerd, hangt een kruisspin een losse draad in het midden daarvan en zet dat onderaan vast, waardoor een Y-vorm ontstaat. Dan maakt ze vanuit het midden de spaken. Tot slot is de spiraal aan de beurt. Ze vormt deze cirkel eerst van binnen naar buiten, als een sjabloon, met draden die nog niet kleverig zijn. Als ze daarmee klaar is, rust ze uit. Waarschijnlijk verandert in deze korte pauze ook het spinsysteem in haar binnenste, van de aanmaak van niet-plakkende naar plakdraad. Dan werkt ze van buiten naar binnen, langs haar sjabloon. Ze eet dit op – recyclen! – en uit haar spintepels op het achterlijf komt tegelijkertijd de kleverige draad. Vrijwel iedere dag eet een kruisspin haar oude web op – vaak zitten er nog wat lekkere snacks in – en begint opnieuw aan een langdradige dag.

Herfstspinnen hebben lichte, driehoekige vlekken op het achterlijf, waaraan ze te herkennen zijn. Aan de buikzijde loopt in het midden een donkere, verticale band met aan weerzijden een lichte streep. Herfstspinnen blijven, met zo’n vier tot acht millimeter groot (exclusief de poten), een stuk kleiner dan kruisspinnen die, goed doorvoed, twee keer zo groot kunnen worden. Ook herfstspinnen maken een web, maar dan met weinig draden, een heel ‘open’ web dus. Als een herfstspin zich bedreigd voelt of wordt gestoord, dan neemt ze een typische uitgestrekte houding aan, met twee paar poten naar voren gehouden en twee paar naar achteren. Soms zie je een – veel kleiner – mannetje aan de rand van haar web zitten wachten op een goed moment om haar aandacht te trekken.
Tekst: Karen Bosma, Nature Today
Beeld: Tom Heijnen, Saxifraga; Rutger Barendse, Saxifraga
