Dagpauwoog slachtoffer zachte winters?

De Vlinderstichting
31-MRT-2008 - Tijdens warme perioden in februari en maart zijn er al regelmatig dagpauwogen gezien. De komende weken zullen ze meer tevoorschijn komen. Deze wijd verbreide soort is de afgelopen 15 jaar sterk achteruit gegaan, mogelijk door de warme winters.

Bericht uitgegeven op maandag 31 maart 2008 door De Vlinderstichting

Tijdens warme perioden in februari en maart zijn er al regelmatig dagpauwogen gezien. De komende weken zullen er meer tevoorschijn komen. Deze wijd verbreide soort is echter de afgelopen 15 jaar sterk achteruit gegaan. Wellicht dat de relatief warme winters hier de oorzaak van zijn.

Dagpauwogen overwinteren als vlinder. Ze kruipen weg in een schuurtje, bunker of holle boom om in winterslaap te gaan. Hun hele lichaam wordt klaargemaakt om vorst, ook strenge vorst, te kunnen overleven. Ze gaan echt volledig in rust. Als er in december en januari echter warme perioden zijn, met temperaturen van boven de 10 graden en zon, dan ‘ontwaken’  ze uit hun winterslaap. Dit kost enorm veel energie. Als dat meerdere keren in een winter gebeurt zullen de vlinders voortijdig sterven, of uitgeput zijn tegen de tijd, zo’n beetje eind maart-begin april, dat ze echt actief moeten worden. Dan moeten ze een partner gaan zoeken en de vrouwtjes moeten hun eitjes afzetten om voor nageslacht te zorgen.

Dagpauwogen in winterslaap

Uit het Landelijk meetnet Dagvlinders van De Vlinderstichting en het CBS blijkt dat de dagpauwoog vanaf 1995 een sterke achteruitgang kent. De aantallen die worden gezien zijn minder dan 20% van wat in 1995 te zien was. De waardplant van de dagpauwoog, grote brandnetel, is overal nog aanwezig en het is een mobiele vlinder die snel nieuwe geschikte gebieden kan bereiken. Het lijkt dan ook waarschijnlijk dat de achteruitgang te verklaren is vanuit de relatief warme winters van de laatste jaren.

Tekst en foto: Kars Veling, De Vlinderstichting