kwartelkoning

Weer een succesvol kwartelkoningseizoen

Sovon Vogelonderzoek Nederland
25-SEP-2008 - Wie ooit een kwartelkoning heeft gezien, mag zich een geluksvogel noemen. Te zien krijg je ze eigenlijk nooit, maar het kenmerkende ‘Crex ,crex’ verraadt zijn aanwezigheid. Tenminste, als je er nog een weet te vinden. Immers, de laatste jaren gaat het niet goed met de kwartelkoning, eigenlijk ronduit slecht. Niet alleen in ons land, maar wereldwijd is het zeer bedreigde vogelsoort geworden.

Bericht uitgegeven door SOVON op woensdag 25 september 2008

Wie ooit een kwartelkoning heeft gezien, mag zich een geluksvogel noemen. Te zien krijg je ze eigenlijk nooit, maar het kenmerkende ‘Crex ,crex’ verraadt hun aanwezigheid. Tenminste, als je er nog een weet te vinden. Immers, de laatste jaren gaat het niet goed met de kwartelkoning. Niet alleen in ons land, maar wereldwijd is het zeer bedreigde vogelsoort geworden. Toch brachten relatief veel kwartelkoningen de zomer door in ons land.

De kwartelkoning is een mysterieuze nachtbraker die behoort tot de familie van de rallen, net als de veel bekendere meerkoet en waterhoen. Ze keren in mei en juni terug uit hun overwinteringsgebied in Zuidoost-Afrika. Gebroed wordt er vooral in hooiland langs de rivieren en beekdalen en in graan in Oost-Groningen. Hun aanwezigheid wordt alleen verraden door de indringende crex-crex-roep van het mannetje, vooral ten gehore gebracht in de nacht. Hiermee lokt het mannetje een vrouwtje en houdt hij andere mannetjes op afstand. Als er een vrouwtje gelokt is, wacht het mannetje totdat het vrouwtje op de eieren broedt (circa 10 stuks) en dan probeert hij op een nieuwe plek een ander vrouwtje te lokken. De jongen zijn nestvlieders en na ongeveer twee weken wordt het nest verlaten door het vrouwtje die dan een tweede legsel maakt. In augustus vertrekken de vogels weer naar hun overwinteringsgebied. Het grootste gevaar voor de kwartelkoning in ons land vormt het maaien van het hooiland waardoor nesten en vogels uitgemaaid worden. Door middel van nachtelijke tellingen hebben vogelaars van SOVON Vogelonderzoek Nederland alle roepplekken in kaart gebracht. Met de eigenaar (boer of natuurbeheerder) zijn afspraken gemaakt om het maaien uit te stellen tot begin augustus. Hierdoor is dit jaar zeker 90% van de roepplekken beschermd. Naast de bescherming zijn er ook mannetjes gevangen en voorzien een kleine zender zodat hun activiteit in het veld gevolgd kon worden. Hiermee wordt het mysterie van deze nachtbraker langzaam ontsluierd, zodat er een optimale bescherming ontstaat.

Ook 2008, net als 2007, bracht verhoudingsgewijs veel kwartelkoningen naar Nederland. In totaal werden ten minste 180-190 territoria vastgesteld, na controle van alle binnengekomen gegevens verwachten we uit te komen op een populatieschatting van meer dan 200 roepende mannetjes. De verspreiding was opmerkelijk: bijna 40% van alle vestigingen was te vinden in de uiterwaarden van de IJssel in Overijssel en Gelderland. Kwartelkoningen concentreerden zich daarbij vooral op het traject tussen Olst en Zwolle. In dit gebied liggen veel geschikte hooilandpercelen van Staatsbosbeheer, en er wordt bij het beheer al sinds 1998 rekening gehouden met de kwartelkoning. Tegenover het grote aantal langs de IJssel stond een buitengewoon schaarse verspreiding in de akkers in het Oldambt. Hier werden slechts zes roepende mannetjes gehoord, een dieptepunt sinds 1995. Van deze zes vogels waren er nota bene maar twee kort te horen in akkers, wat suggereert dat akkers dit jaar niet erg in trek waren als broedgebied. In grote delen van Noordoost-Nederland heerste sinds half april extreme droogte, wat mogelijk doorwerkte in de beschikbaarheid van voedsel (slakjes, wormen) voor de akker-kwartelkoningen. Dankzij de bereidwillige medewerking van een groot aantal terreinbeheerders en boeren kon voor meer dan 90% van de vestigingen in hooilanden worden afgesproken het maaien uit te stellen tot 1 augustus. Langs de IJssel en langs de Vecht worden een aantal percelen speciaal voor kwartelkoningen tot 1 september niet gemaaid. Veldwerk in 2007 heeft laten zien dat niet alleen kwartelkoningen, maar ook andere broedvogels, libellen en sprinkhanen van zulke laat gemaaide percelen profiteren.

Net als in 2007 werden ook dit jaar langs de IJssel weer een aantal kwartelkoningen van een klein radiozendertje voorzien. Daarmee kan de 'onzichtbare' kwartelkoning in de dichte vegetatie op de voet worden gevolgd. Het onderzoek is bedoeld om erachter te komen hoe effectief de huidige beschermingsmaatregelen zijn, en hoe kwartelkoningen zich in het terrein bewegen onder invloed van maaiwerkzaamheden. In totaal werden 20 vogels gevolgd, waaronder voor het eerst ook twee halfwas kuikens. De eerste resultaten bevestigen in grote lijnen de uitkomsten van een kleiner opgezet onderzoek in 2007: mannetjes maken overdag veelvuldig uitstapjes buiten de straal van 100 m die rond de roepplek bij het maaien wordt gespaard. Ze beconcurreren elkaar zelfs om de beste roepplek (en wisselen dus ook veelvuldig van roepplek). Dat maakt ze extra gevoelig voor maaiactiviteiten, zodat een ruimere straal (250 m) rond een roepplaats gespaard zou moeten worden om risico van verstoring zoveel mogelijk uit te sluiten.

Het kwartelkoningproject is een samenwerking van Vogelbescherming Nederland en SOVON Vogelonderzoek Nederland, met steun van het Ministerie van LNV. De evaluatie van de beschermingsmaatregelen in 2008 werd mogelijk gemaakt door de Provincie Overijssel en Gelderland. Kijk voor meer informatie op www.kwartelkoning.nl of bel Jan Schoppers van SOVON (06-11241530).

Tekst: Jan Schoppers, SOVON
Foto: Sergey Yeliseev, Wikimedia Commons