Amfibieën in Nederland: 11 jaar monitoring
RAVONBericht uitgegeven door RAVON op dinsdag 6 januari 2009
2008 werd internationaal uitgeroepen tot het Jaar van de Kikker. Reden hiervoor is het grote (uit)sterven dat momenteel plaatsvindt onder amfibieën. Van de 6.436 amfibiesoorten op de wereld wordt de helft in hun voortbestaan bedreigd. Naast het verlies aan leefgebied vormen ziekten een groot probleem. Hoe is de situatie in Nederland? Deze vraag kan beantwoord worden dankzij de grote inzet van vrijwilligers voor het RAVON Meetnet Amfibieën. Al 11 jaar lang worden door het hele land amfibieën geteld.
Amfibieën worden gezien als indicatoren voor de staat van het milieu. Ze hebben een doorlaatbare huid waarmee vocht wordt opgenomen, en zijn grotendeels afhankelijk van water voor hun voortplanting (ei- en larfstadium). Hierdoor zijn ze extreem gevoelig voor milieuveranderingen en kunnen ze worden gebruikt als graadmeter.
Het Meetnet Amfibieën is in 1997 van start gegaan en is gegroeid tot ruim 300 telgebieden waarin 2.300 wateren worden gevolgd (zie kaartje)! Jaarlijks gaan vrijwilligers 4 keer het veld in met schepnet en/of zaklamp. Inmiddels kunnen we van bijna alle 16 Nederlandse amfibiesoorten betrouwbare trends presenteren. Trends worden door het CBS berekend.
Er kan gesteld worden dat het in Nederland goed gaat met de ‘algemene’ amfibiesoorten. Soorten als gewone pad, bruine kikker en ‘groene kikkers’ laten een matige toename zien. Deze soorten komen bijna overal in Nederland voor en zijn daarom goed vertegenwoordigd in het Meetnet. We denken dat de toename te maken heeft met de verbeterde waterkwaliteit en dat de populaties zich aan het herstellen zijn van de slechte jaren 70-80 (zure regen, oppervlaktewatervervuiling, etc.).
De watersalamanders laten een wisselend beeld zien. Vreemd is dat de meest algemene soort, de kleine watersalamander, een stabiel voorkomen vertoont en niet dezelfde toename laat zien als de eerder genoemde soorten. De Alpenwater- en kamsalamander laten landelijk wel een matige toename zien terwijl de vinpootsalamander een matige afname vertoont. Deze laatste soort komt voor in Limburg en Noord-Brabant. De trends voor de heikikker, poelkikker en meerkikker zijn stabiel op basis van de monitoringsgegevens.
De boomkikker is met zijn sterke toename de grootste winnaar in Nederland als het gaat om amfibiebescherming. Zijn toename komt doordat hij goed reageert op soortgerichte beheersmaatregelen, zoals aanleg en onderhoud van poelen en geschikte landhabitat zoals houtwallen. Vooral in de Achterhoek komt de soort sterk terug.
De geelbuikvuurpad wordt sinds het jaar 2000 in zijn vijf overgebleven natuurlijke leefgebieden gemonitoord. Ondanks dat de soort een sterke toename laat zien blijft hij ernstig bedreigd in Nederland. Er zijn maar 350 (sub)adulte dieren geteld in 2007! Ook de vroedmeesterpad, die een matige toename vertoont sinds 2001, blijft kwetsbaar in natuurlijk leefgebied.
Zorgelijk is de trendontwikkeling van de rugstreeppad (foto). De landelijke trend laat een matig afname zien. De soort is het afgelopen jaar in Nederland tijdens het monitoren bijna 30% minder waargenomen dan in het startjaar. Als de rugstreeppad nader wordt bekeken is de soort stabiel in de duinen (63 meetpunten) en vertoont een matige afname voor het laagveengebied, rivierengebied en zeeklei tezamen (31 meetpunten). Ook de landelijke verspreiding lijkt terug te lopen.
Meer lezen?
www.milieuennatuurcompendium.nl
Meer weten?
Tekst: Edo Goverse (RAVON)
Afbeeldingen: Edo Goverse en Arnold van Rijsewijk (RAVON)