Straatwolfsmelk detail

Straatwolfsmelk lift mee met vakantiegangers

FLORON
26-AUG-2009 - Ook lekker op vakantie geweest in Zuid-Europa? Grote kans dat u onbewust planten of dieren mee naar huis heeft genomen. Straatwolfsmelk is zo’n verstekeling, die bovendien in opgewarmd Nederland een gespreid bedje vindt.

Bericht uitgegeven door FLORON op woensdag 26 augustus 2009

Ook lekker op vakantie geweest in Zuid-Europa? Grote kans dat u onbewust planten of dieren mee naar huis heeft genomen. Straatwolfsmelk is zo’n verstekeling, die bovendien in opgewarmd Nederland een gespreid bedje vindt. 

Er zijn veel aanwijzingen dat via (vakantie)verkeer veel zuidelijke soorten gemakkelijk Nederland weten te bereiken. Enkele insecten (zoals de zuidelijke boomsprinkhaan) liften geregeld mee, maar ook planten doen dat. Hebben zich bij u ook wat blaadjes, gras en gruis in de autovoetmatten verzameld, en klopt u die uit op de stoep? Grote kans dat daar zaden van zuidelijke planten in zitten die in een stedelijk klimaat best goed kunnen overleven.

 

Straatwolfsmelk is een eenjarige wolfsmelk met vertakte liggende stengels. De ovale bladen staan paarsgewijs langs de stengel en hebben een kenmerkende donkere vlek. Bloemetjes zitten onopvallend in de bladoksels. Deze uit Noord-Amerika afkomstige plant is in Zuid-Europa al langer bekend. Vrij recent zijn er echter aanwijzingen van een spontane uitbreiding naar het noorden. Daarbij heeft menselijk verkeer zeker een rol gespeeld.

 

Straatwolfsmelk groeit in heel Nederland in gruis of grind en tussen stoeptegels; meestal in een stenige stedelijke omgeving, maar hier en daar ook op kerkhoven. Er zijn dan ook vooral meldingen uit steden en dorpen. Er zijn bijvoorbeeld exemplaren aangetroffen in Maastricht, Kerkrade, Maarssen, Gieten, Ede, Lelystad en Boxmeer. Dat straatwolfsmelk zich hier thuis voelt, is te meten aan de vele jaren dat de planten op dezelfde plek te vinden zijn. Zaden overleven de winter prima en kiemen in het voorjaar in de buurt van de ouderplanten.

 

Tekst en foto’s: Baudewijn Odé, FLORON